tuin
Lifestyle

Jouw happy garden

06.03.2016
door Fokus Online

Huisje, tuintje, kindje. De tuin speelt nog steeds een grote rol bij het kiezen van een woning. Maar niet elke tuin is dezelfde. En iedereen heeft zijn eigen smaak. “Mensen durven terug te kiezen wat ze écht leuk vinden.”

Zalig, zo’n koele juliochtend. De dauwdruppels schitteren als diamanten, de zuivere lucht prikkelt je longen en de zon warmt de wereld op en doet leven. Je geniet op een felgekleurde strandstoel in je tuin met een glas versgeperst fruitsap. Die tuin, dat is jouw pareltje, jouw plek om tot rust te komen én om je volledig in uit te leven. En die tuin is meer. “Je tuin is een weerspiegeling van je identiteit”, zegt tuin- en landschapsarchitect Pepijn Verheyen. “Waar mensen vroeger vooral imiteerden en bezig waren met wat de buren zouden denken, durven ze nu terug te kiezen wat ze écht leuk vinden.”

Kleur en textuur

Maar: wat vinden we dan leuk? “Kleur.” Sara Adriaensen, klinisch psychologe en samen met Verheyen oprichtster van Tuinlabo, is duidelijk. “Kleuren geven een positieve toets aan je tuin en geven je persoonlijkheid weer. Vooral de fleurige kleuren van de seventies komen op: lichtblauw, oranje,  rood, bruin en zelfs groen.” In tegenstelling tot de sobere trend van voorbije jaren, mag er nu wel een goudlaagje op zitten. Een echte happy garden. En liefst met verschillende materialen. Verheyen: “De textuur speelt ook een grote rol in het tuinmeubilair. De meubels zelf zijn eenvoudig, maar worden opgevuld door kleurrijke stoffen, pluizige kleurrijke kussens, in goud en zilver zelfs.” 

Kleuren geven een positieve toets aan je tuin en geven je persoonlijkheid weer

– Sara Adriaensen

 Maatschappelijke situatie

Kussens en stoffen in de tuin? Het kan zonder probleem. Wim Collet van het expertisecentrum Tuin+ van de Erasmushogeschool legt uit: “Mensen gaan massaal naar buiten en bootsen hun interieur als het ware na in de tuin. We zien volledige salons met waterbestendige stof, buitenkeukens, verlichting die evengoed in de living zou passen, en noem maar op.” Die trend is volgens Collet deels een gevolg van de maatschappelijke situatie. “We zoeken een surrogaat voor ons stressvolle leven.” En natuur geeft rust. Adriaensen en Verheyen leggen tevens de link met de economie: “Door de crisis zijn veel mensen meer bezig met hun tuin, ze hebben meer tijd en zoeken terug contact met de natuur.”

Je tuin is een persoonlijk kleurenpalet

Die hang naar contact met de natuur resulteert ook in een andere visie over planten in de tuin. We zien namelijk veel meer kleur in de vegetatie, net zoals bij het meubilair. Verheyen: “Vroeger kozen mensen meer voor groenblijvende planten, maar een buxusbol is echt helemaal passé.” In plaats van drie of vier soorten planten, zijn 100 soorten geen uitzondering meer. Daktuinen worden aangelegd met verschillende soorten gras, mos of kruiden. Je achtertuin mag veel wilder zijn in plaats van strak afgelijnd. “Je mag mos gebruiken, madeliefjes, klaver en paardenbloemen als kleuraccent zijn welkom.” Verschillende tinten, als is het een groene varentuin met verschillende soorten varens en dus groentinten, maken van je tuin een persoonlijk kleurenpalet.

Vroeger kozen mensen meer voor groenblijvende planten, maar een buxusbol is echt helemaal passé

– Pepijn Verheyen

Ecologische alternatieven

iedereen heeft echter de ruimte voor een grote tuin vol kleurrijke planten en meubels. Maar groen blijft belangrijk en gelukkig zijn er voldoende alternatieven voorhanden. Daktuinen en geveltuinen bijvoorbeeld vergroenen de stad en zijn bovendien ook ecologisch. “Regenwater wordt opgehouden, waardoor de riolen ontlast worden”, licht Collet toe. “Daarnaast nemen ze meer fijnstof op en isoleren ze de woning, zowel op vlak van geluid als van warmte.” En ook daar zien we de opkomst van kleuren en soorten. Verheyen: “Verschillende kruiden en groenten met kleurrijke bloemen die tegelijk een aangenaam aroma verspreiden, maken ook van een groendak een leuke plek om te luieren of te moestuinieren.”

Biodiversiteit stimuleren

Bovendien vormen alle soorten tuinen – gevel-, achter-, voor-, dak- en verticale tuinen – een belangrijke bron om biodiversiteit te stimuleren. Tuinen en parken met verschillende soorten planten en bloemen trekken dieren aan zoals egels, kikkers en vogels, maar ook insecten, zoals bijen en vlinders. “De populariteit van insectenhotels kent een grote stijging, maar je moet ook zien dat die insecten voldoende voedsel vinden.” En het excuus dat je tuin niet geschikt is voor groen is onterecht. Collet: “Iedereen kan een boom planten in zijn tuin, er is een boom voor elke tuin. En elke boom telt.”

tekst barbara smets
Vorig artikel
Volgend artikel