Het succesverhaal van de moestuin

De week van eigen kweek maakt zo stilaan plaats voor het jaar van eigen kweek. Elke vierkante meter grond achter ons huis wordt steeds vaker optimaal benut. De moestuin biedt vaak de oplossing. Ontspannend én lekker.

Terwijl de vrouw op zaterdag het huis een schoonmaakbeurt geeft, kan de man volgens het clichébeeld beter het huis verlaten. Op café? Dat was vroeger. Tegenwoordig moet de moestuin de nodige zorgen krijgen. Voor The Powerfull Garden, een boek over de kracht van onze tuin, gingen twee medewerkers van de KU Leuven recent op zoek naar de verschillende functies die onze tuin vervult. Daaruit bleek dat veertig procent van de tuinbezitters een moestuin heeft, klein of groot. Maar waarom zijn moestuinen zo trendy?

Wim Lybaert wijt het plotse succes van de moestuin aan de vluchtigheid van de maatschappij. Volgens de moestuingoeroe van Vlaanderen zijn we constant bezig met onze tablet of smartphone, moeten we onze tweets de wereld insturen of onze Facebookpagina onderhouden. Daarvan krijgen we misschien wel voldoening, maar die is van korte duur.  “Een moestuin geeft mentale rust. We leven in een maatschappij van I want it here and I want it now. Maar mensen zijn terug op zoek naar traagheid. Daarvoor is de moestuin ideaal, want de natuur kan je niet forceren. Wat je in maart zaait, zal je in juni oogsten. Punt.”

Als je met je blote kont op de grond kan zitten, mag je beginnen zaaien

Ivo Pauwels

Ivo Pauwels is tuinauteur en Radio 2-tuinman en weet uit ervaring dat beginners best kleinschalig starten. Wie het te groot ziet, zal letterlijk handen te kort komen. Pauwels tipt dat je best begint met 10 tot 25 vierkante meter. “En bespaar zeker niet op tijd in de voorbereiding. Maak de grond volledig onkruidvrij en als het even kan, offer een stukje gazon op, want daar is de grond meestal beter.” Net zoals met klussen is de voorbereiding dus erg belangrijk. Wie hier goed in investeert, zal dat merken aan de oogst. Begin dus niet meteen te zaaien, maar wacht tot de grond het toelaat. Pauwels is duidelijk wanneer je mag starten: “Ik zeg altijd: ‘Als je met je blote kont op de grond kan zitten, mag je beginnen zaaien’ (lacht). Zorg er voor dat je alles op een rijtje zaait en gebruik organische meststof, zeker geen stal- of paardenmest. Kies om te starten misschien de makkelijkste groenten als sla, broccoli, selder en kool.”

Maar kan iedereen dan met een moestuin beginnen? Lybaert: “Ja, als je een tuin hebt. Binnen lukt het niet, want zonlicht is essentieel. Heb je maar een koertje dan kan je gerust ook met bakken of potten werken.” En zelfs voor mensen die helemaal geen buitenruimte hebben, is er een oplossing: volkstuintjes. “De overheid heeft de laatste jaren meer dan een miljoen euro geïnvesteerd in die volkstuinen. Tegen een democratische prijs kan je een lapje grond huren op locatie en een eigen moestuin starten. Er zijn geen excuses.” En toch hebben we meestal wél een excuus, namelijk: wanneer we die moestuin moeten onderhouden? Tussen twee vergaderingen? Tijd hebben we nauwelijks over. “Een grote misvatting”, zegt Ivo Pauwels. “Als we spreken over die 10 tot 25 vierkante meter, dan moet je rekenen op ongeveer één tot twee uur werk per week. Verwaarloosbaar en te vergelijken met een uurtje wandelen of fietsen.”

De natuur kan je niet forceren. Wat je in maart plant, zal je in  juni oogsten

Wim Lybaert

Maar goed, het kost tijd, want vanzelf zal het uiteraard niet gaan. En zonder kennis eveneens niet. Wie wil starten, kan zich best goed informeren via nuttige websites of een tuinhandboek. Tenslotte moet je er iets voor over hebben, anders mag je van moeder natuur een ontgoocheling verwachten. Wim Lybaert: “Mensen vragen me soms om raad omdat hun moestuin mislukt is, maar ze zijn wel drie weken op reis geweest. Als ik dan vraag wie hun moestuin water gaf, fronsen ze de wenkbrauwen. Planten zijn levende organismen die water nodig hebben. Je kat of hond zet je ook niet drie weken zonder eten of drinken.” 

Pauwels benadrukt tenslotte nog wel dat je geen moestuin moet aanleggen om geld uit te sparen. “Je kostprijs zal minstens even hoog liggen als de groenten in de versmarkt, maar er zijn twee grote voordelen. Enerzijds zullen de groenten gezonder en lekkerder zijn. Anderzijds is er het psychologische aspect. Wat uit de eigen tuin komt, smaakt altijd beter. Wanneer een zelfgekweekte groente op ons bord ligt, is de voldoening erg groot.”