Interview door Marleen Walravens

Herman Brusselmans: ‘Ik wil het liefst zo oud mogelijk worden’

Oud worden is voor iedereen een thema. Ook voor Herman Brusselmans. Je moet er af en toe eens bij stilstaan, erover nadenken, maar het is belangrijker om je te blijven omringen met mensen en dingen die de moeite waard zijn.

Zijn literaire doorbraak kende Herman Brusselmans in 1985 met de autobiografische roman De man die werk vond. Louis Tinner is bibliothecaris en slijt zijn dagen met drinken en roken tussen de boeken. Hij wil niet gestoord worden, tenzij door het koffiemeisje, over wie hij maar al te graag fantaseert. Op een cynische, soms absurde manier confronteert de auteur zijn hoofdpersonage én de lezer met de banaliteit van het leven, een thema dat regelmatig terugkomt in het oeuvre van Brusselmans.

In het pas verschenen Maanlicht van een andere planeet is Louis Tinner een volwaardige zestiger geworden, met pensioen. Hij leeft een leeg bestaan: hij rookt, drinkt jenever, loopt wat rond op straat, koopt een Vespa uit zijn geboortejaar. Zijn dagen zijn gevuld met verveling en toch is er die levenswil.

Louis Tinner stelt zichzelf voor als ‘op rust, maar daarom niet stilzittend’.

“Stilzitten wil niet alleen zeggen stilzitten in je zetel, maar ook niets doen met je dagen. Hij is wel iemand die nog met zijn hoofd bezig is en dat vind ik belangrijk bij het ouder worden. Zelf ben ik van plan om zo lang mogelijk te blijven schrijven. Ik ben nu 63 maar een nieuw boek schrijven geeft mij nog altijd hetzelfde gevoel als toen ik 25 was, dus wat dat betreft is er niet veel veranderd. Ik ga nog altijd met volle goesting aan mijn bureau zitten. Maar ik kan me wel voorstellen dat iemand die aan de lopende band van jongs af aan werkt op rust gaat op zijn zestigste en de oude mens uithangt. Zware arbeid kun je niet blijven doen.” 

Onze held trekt zich bovendien niets aan van zijn leeftijd. Is dit ook op jou van toepassing?

“Ja, eigenlijk wel. Hoe ouder ik word, hoe minder ik het me aantrek. 60 worden was bijzonder, omdat ik dacht van: alles wat ik nu nog meemaak, is bonus. Het is niet dat ik constant het zonnetje in huis ben, van: ‘hoera ik leef!’ Maar je moet het toch wel zo bekijken, anders zak je weg. Met de leeftijd komen ook de ouderdomskwalen, maar uiteindelijk is dat allemaal niet zo erg. Het is een kwestie van geluk, genen, een samenloop van verschillende factoren; je moet er een beetje in berusten. De verveling is je ergste vijand.”

Omwille van corona zitten we buiten op een bank met masker en afstand in een park niet ver van de woning van Herman Brusselmans. “Dag Herman, alles oké met jou?” “Ha, dag Roger, ja goed, hoe gaat het met u?” Roger zwaait en stapt met energieke tred verder. Zijn antwoord neemt hij mee. Brusselmans vertelt dat Roger 94 is en nog altijd werkt als gids van de stad Gent. 

Op die manier oud zijn, daar willen we toch allemaal voor tekenen…

“Ja, eigenlijk wil ik het liefst zo oud mogelijk worden. Bewegen, actief zijn en in de wereld zitten, genoeg slapen, gezond eten: dat is het credo, maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Tinner zegt het ook op een bepaald moment: ‘De leeftijd haalt zijn wapens boven. De marathon lopen, als ik het al zou willen, ik zou het niet kunnen. Sigaretten en drank hebben de eindmeet te ver gelegd.’ En in een andere scène: ‘Lamme spieren en krakende botten, ze komen je niet om toestemming vragen.’”

leven

Primeert de kwantiteit dan op de kwaliteit van het leven?

“Ik heb zo’n aantal dilemma’s die ik al eens voorleg aan mensen. Bijvoorbeeld: Zou je liever op je zestigste ineens doodvallen of zou je liever 90 worden, waarbij je de laatste tien jaar van je leven echt op de sukkel bent? Ik zou toch voor 90 gaan, tenzij je veel pijn hebt en het niet meer uithoudt. Maar zolang je nog bij je verstand bent, is het goed. Zelfs als ik in een alzheimerleven nog slechts af en toe heldere periodes heb, dan nog zou ik er niet te snel een einde aan willen maken. Maar goed, dat zijn situaties waarover je misschien heel anders gaat denken op het moment dat je ze echt beleeft.”

Tinner heeft geen interesse in internet, ziet zichzelf als een weldoener. Reflecteert dit een beetje de ouderencultuur van vandaag?

“Internet is één ding, maar sociale media zijn voor mij totaal onbestaand. Laat de jonge meisjes maar foto’s posten van zichzelf in bikini en blij zijn dat ze duizenden likes hebben. Dat is debiel en ergerlijk, ik doe daar niet aan mee. Mijn vriendin gaat daar allemaal heel verstandig mee om. We hebben overwogen mijn pas verschenen boek te promoten op Instagram, maar uiteindelijk beslist om het niet te doen. En dan het andere aspect: veel gepensioneerden zetten zich in voor maatschappelijke doelen. Ik heb daar nog geen tijd voor, ik steun de goede doelen financieel. En iets doen voor andere mensen, ik doe dat wel graag, maar dat heeft dan weer niets met leeftijd te maken.”

Heb je heimwee naar een bepaalde periode in je leven?

“De eind jaren negentig, begin jaren 2000. Begrijp me niet verkeerd, ik leef nu graag, maar die jaren rond de eeuwwisseling, dat waren voor mij de hoogtijdagen van de literatuur. Er leefde wat in die wereld: je leerde andere schrijvers kennen, de boekenbeurs was een firmament, je ontmoette elkaar ook meer in de literatuur. Dat ligt allemaal plat, al een paar jaar, los van corona. Nu lezen de mensen veel minder en heb je een bestsellercultuur. Consumptie en sociale media hebben de boel overgenomen. Het is gewoon zo.”

Smart
fact

Moest je geen schrijver zijn, wat dan wel?

“Kolonel in het leger. Of polemoloog… Ik ben gefascineerd door alles wat met oorlog en vrede te maken heeft, vooral de Tweede Wereldoorlog boeit me. In die twaalf jaar tijd dat Hitler aan de macht was is er zo veel gebeurd, dat het voor de rest van de geschiedenis heel de wereld heeft veranderd op alle mogelijke gebieden. Dat is toch niet te vatten. Plus, ik ben zelf een kind van mensen die de oorlog hebben meegemaakt. Daar werd over gepraat, mensen dragen enorme littekens en wonden van die oorlog. Nu is het niet anders. In een van mijn boeken heb ik me voorgesteld als majoor van het menselijk leed. Ik zou eigenlijk graag alle nog levende dictators eigenhandig willen uitroeien. Als je ziet hoe in Afrika miljoenen mensen sterven door de megalomanie van enkele psychopathische idioten… dat is toch verschrikkelijk.” 

Tekst: Marleen Walravens 

20.03.2021
door Marleen Walravens
Vorig artikel
Volgend artikel