passiefbouw
Bouwen & Wonen

Kwalitatievere architectuur en minder energieverslindende gebouwen

Wereldwijd geprezen voor onze chocolade, wafels en bier, kunnen we in België ook genieten van een mooie internationale reputatie inzake duurzame constructie. De transitie is in volle gang en verrast ons nog altijd positief.

Wereldwijd geprezen voor onze chocolade, wafels en bier, kunnen we in België ook genieten van een mooie internationale reputatie inzake duurzame constructie. De transitie is in volle gang en verrast ons nog altijd positief.

Met het akkoord “Brussel Passief 2015” heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zich opgeworpen als eerste regio ter wereld waar alle nieuwbouw en grote renovaties moeten voldoen aan de passiefnorm. Een gewaagde stap die het mogelijk heeft gemaakt om het aantal passiefbouwprojecten razendsnel te verhogen, maar ook een stap die grote ogen heeft opgezet in het buitenland.

Sebastian Moreno-Vacca, oprichter van het Brusselse architectenbureau A2M, legt uit: “Volgens een studie uit 2014, beschikte Brussel over meer dan 1.200.000 m2 aan passiefbouwprojecten – nieuwbouw of renovatie – ten opzichte van ongeveer  250.000 m2 in 2012. Vandaag zullen we rond de 1.400.000 m2 zitten. Ondanks de vele twijfels en onrust die de Brusselse politiek opwekte, heeft ze meer effect gehad dan eender welke andere progressieve methode.”

Naar een positieve impact

Bij wijze van vergelijking: voor Wallonië liggen de cijfers rond de 250.000 m2 in 2014 ten opzichte van 150.000 m2 in 2012 en voor Vlaanderen 230.000 m2 ten opzichte van 200.000 m2. “Zelfs als de remmen blijven opstaan in die twee regio’s van het land, dan nog loopt België voor op haar buurlanden”, aldus Moreno-Vacca. “Zodanig zelfs, dat we nu zelfs mogelijkheden aan het onderzoeken zijn om verder te gaan dan passiefbouw, verder dan nulenergie, met regenerative design, dat als doel heeft het milieu opnieuw op te bouwen.

Veelvuldige steunmaatregelen

Het aannemen van het akkoord is niet de enige factor voor de hoge vlucht van passiefbouw in Brussel. Moreno-Vacca wijst op nog drie andere. Het belang van lokale initiatieven voorop. “Denk maar aan de concrete voorbeelden die geïnteresseerden ook echt kunnen zien en voelen.” Daarnaast de financiële steunmaatregelen. “De premies zijn een geweldige boost, maar voldoen niet. Er was een groter kader nodig. In Vlaanderen bestond het in de vorm van een energieprestatiecertificaat of EPC-certificaat. In Brussel is dit ingevoerd in 2008, waardoor we op dezelfde lijn zitten.”

Ten slotte, een hulplijn die continu toegankelijk is. “De Brusselse regio heeft enorm geïnvesteerd in premies. Maar ook in een hulpdienst ten voordele van de ontwerpers, constructeurs en de bouwgrond. Vanaf januari 2015 heeft ze ook rondetafelgesprekken georganiseerd die de hele bouwsector heeft verenigd, van promotoren en ondernemers tot architecten en ingenieurs, om de noden van iedereen op tafel te gooien en te bespreken.”

Op z’n Belgisch

Al deze ingrediënten blijken essentieel te zijn voor de concretisering van het passiefproject. Toch voegt Moreno-Vacca nog iets toe dat alleen hier te vinden is. “In België werken we serieus en zijn we extreem geavanceerd. Anderzijds steken we er altijd de fun in. Dat is ook de reden van ons succes in het buitenland. Vooral in New York, waar de burgemeester, Bill de Blasio, het Brusselse initiatief wilt overnemen. De passiefbouw is gelanceerd, op z’n Belgisch. Maar wel dat hij een beetje versoepeld is en een beetje pragmatischer.”

Creativiteit en flexibiliteit

Het vastgoedproject Les Balcons in Sint-Lambrechts-Woluwe illustreert perfect deze trend. De Brusselse regio heeft het daarom ook verkozen tot een voorbeeldgebouw of BatEx (Bâtiments Exemplaires: énergie & éco-construction). Het flatgebouw dateert van de jaren 90, maar wordt volledig omgevormd tot een modern appartementsgebouw met respect voor de passiefnormen. “Het is een voorbeeld dat we vaak naar voren schuiven, omdat het ook grafisch heel sterk overkomt. Elke woning heeft een balkon, een groot raam en is overal afgewerkt met hout. Het ligt met andere woorden ver af van de clichés waar het concept ‘passiefwoning’ nog steeds onder lijdt.”

Niet veel duurder

“Het is mogelijk om zoiets heel complex te maken, inderdaad,” gaat Moreno-Vacca verder, “maar je gaat er zo ver in als je wilt. Heel duur of net niet. In bepaalde gevallen valt een passiefwoning zelfs goedkoper uit dan een traditioneel bouwproject.” Wanneer de architect lesgeeft aan de Vrije Universiteit van Brussel benadrukt hij ook voor zijn leerlingen. “Passiefbouw neemt alleen de bouwschil onder handen. De berekeningen zijn belangrijk, maar niemand wóónt in Excel-sheets. Wat je in het achterhoofd moet houden, is dat passiefbouw, enerzijds, het milieu dient. Bouwen met een grote impact op het milieu kan niet meer getolereerd worden. Aan de andere kant moeten nieuwe gebouwen sexy en comfortabel blijven. Architecten moeten zich dus blijven amuseren met het zoeken naar toepasbare oplossingen.” 

27.04.2017
door Fokus Online

Ontdek meer

Vorig artikel
Volgend artikel