Interview door Hannes Dedeurwaerder

Vincent Van Duysen: ‘Mensen moeten een ruimte emotioneel ervaren’

We overdrijven niet als we zeggen dat Vincent Van Duysen de bekendste architect-ontwerper van het land is. Wars van trends houdt hij al jarenlang stevig vast aan zijn visie van ‘essentialisme’: thuiskomen in tijdloosheid. Een visie die hij recent tot in de kleinste details realiseerde in zijn voorlopige magnum opus: zijn nieuwbouwwoning in Portugal.

We overdrijven niet als we zeggen dat Vincent Van Duysen de bekendste architect – ontwerper van het land is. Wars van trends houdt hij al jarenlang stevig vast aan zijn visie van ‘essentialisme’: thuiskomen in tijdloosheid. Een visie die hij recent tot in de kleinste details realiseerde in zijn voorlopige magnum opus: zijn nieuwbouwwoning in Portugal.

Je reisde tot voor corona heel vaak voor je werk. In welke mate heeft de crisis daar een stokje voor gestoken?

“Skype, Zoom en Teams zijn nu aan de orde van de dag als we projecten bespreken. Iets moeilijker werken in termen van communiceren en documenten delen, maar het lukt. We zijn in elk geval niet stilgevallen. Wel integendeel: we zijn nog nooit zo actief bezig geweest met lopende projecten en nieuwe aanvragen. Niet alleen op architectuurvlak trouwens, maar ook met de ontwikkeling van nieuwe producten onder de vlag van Molteni&C waarvan ik al vijf jaar creatief directeur/architect ben. Creativiteit staat nu nog meer centraal en geeft ook energie in deze speciale tijd.”

Mensen blijven dus bouwplannen maken?

“Ja, dat heeft me toch aangenaam verrast. Ondanks de pandemie starten mensen wereldwijd privéprojecten op en steken er ook heel wat tijd in. Dat is volgens mij omdat mensen meer dan ooit nood hebben aan thuiskomen, aan self healing. Ze gaan op zoek naar welbehagen en sereniteit, omdat ze beseffen hoe jachtig ze in het leven stonden, non-stop in fast track mode. Daarom, denk ik, heeft ons kantoor veel werk: omdat mijn focus als architect steeds gericht is op de zoektocht naar de essentie van een project. De ziel en het verhaal zijn belangrijk, soms nog belangrijker dan de vorm.

Deze continue zoektocht naar integriteit en eerlijkheid, samen met het compenseren van die materiële en mentale overdaad – dus het weglaten wat excessief is – brengt me steeds tot de essentie, zonder de functie en het doel uit het oog te verliezen. Daarom vind ik, zonder te overdrijven, dat wij als architecten en ontwerpers ten dienste van de mens en de maatschappij staan: het is onze taak een habitat te creëren waarin mensen zich goed voelen en niet te overdadig geprikkeld worden. Het sensoriële is heel belangrijk in mijn werk.”

De ziel en het verhaal zijn belangrijk, soms nog belangrijker dan de vorm.

Daarom werk je ook met natuurlijke materialen.

“Klopt, zoals baksteen, natuursteen, of hout en textiel. Daarnaast voeg ik aan de basis veel lagen toe, heb ik een scherp oog voor de proportie van ruimtes en probeer ik een zo natuurlijk mogelijke continuïteit of evenwicht tussen binnen en buiten te realiseren – interactie met de natuur vind ik erg belangrijk. Ik wil die zoveel mogelijk binnenbrengen, uiteraard rekening houdend met de context, de geschiedenis van het pand, de omgeving de wensen van de klant, enzovoort.

Zo ga ik op zoek naar sereniteit. Naar stilte en contemplatie, wars van technologie en digitalisering, hoe belangrijk die ook mogen zijn. Ik wil dat een ruimte in de eerste plaats emotioneel wordt ervaren, omdat ik ‘wonen in’ of ‘het gebruiken van’ architectuur en interieurs als een soort levenskunst beschouw. In Italië noemen ze dat abitare: de kunst van het wonen. Het is geen toeval dat ik me enorm verwant voel met Italië.”

Je noemt die benadering ‘essentialisme’, ook al omdat je niet houdt van de term ‘minimalisme’. Waarom niet?

“Je moet het ruimer zien: ik hou er gewoon niet van om in een vakje te worden geduwd. Wie mijn werk en parcours een beetje kent, weet en ziet dat. Ik wil niet bestempeld worden als ‘minimalist’ of wat dan ook. Let wel, ik vind het minimalisme een fenomenale kunststrekking die me altijd heeft geïnspireerd, maar ik wil me er niet toe reduceren.

Ik zie mezelf als een kind van het postmodernisme, gefascineerd door primaire manieren van leven: natuurlijk, authentiek, eerlijk, logisch en met heel weinig middelen, maar met een heel beschermend interieur. Die pure, archaïsche en minimale vormentaal vertaal ik naar vandaag, maar zonder in vakjes of trends te denken. Die stijl heb ik meteen al toegepast in mijn eerste project: een loftwoning in Antwerpen-Zuid, die internationaal werd opgepikt en als ‘sensueel leven’ werd bestempeld.”

Daarom werk je zo graag in het buitenland, omdat je niet graag in vakjes denkt?

“Klopt. Alle mensen zijn anders, net als culturen en levenswijzen. Ik laat me daar ook graag door inspireren. Dat maakt het nu net echt boeiend, ook omdat ik zo multidisciplinair mogelijk probeer te werken – meteen de reden waarom ik de Henry van de Velde Lifetime Achievement Award heb gewonnen: al dertig jaar ben ik géén architect die zich alleen bezighoudt met het ontwerp van de ruimte, wel een soort gesamtkunstwerker die ook oog heeft voor het interieur en de producten die daar onlosmakelijk mee verbonden zijn.

Voor mij zijn er geen grenzen tussen productontwikkeling, interieurs of architectuur, net zoals deze ook niet echt bestaan tussen mode, muziek, architectuur… Mijn brains zijn intussen op dat multidisciplinaire geprogrammeerd. Daarom noem ik mezelf ook graag een storyteller: projecten moeten een verhaal hebben en dat moet kloppen. Ik vertel het wel steeds als architect, vanuit mijn perspectief.”

architectuur

Ik zie mezelf als een kind van het postmodernisme, gefascineerd door primaire manieren van leven.

Moet je een klik hebben met je klant als je dat wil doen slagen?

“Ik kruip aan de start van elk project in de huid van mijn klanten: ik wil weten wat ze écht willen. Bijgevolg is het inderdaad belangrijk dat er chemistry is. Zeker als je weet dat je voor heel wat van die projecten jarenlang vertrokken bent. Zonder empathie breng je zoiets zelden tot een mooi en voor alle partijen bevredigend einde. En zomaar op een copy-paste-knop duwen weiger ik. Veel liever wil ik de klant en mezelf uitdagen, en op die manier inspireren.”

Is er na die dertig jaar een project dat er bovenuit steekt?

“Natuurlijk heeft elke realisatie zijn eigen verhaal, maar als ik toch iets moet noemen, dan toch mijn eigen nieuwbouwwoning in Portugal die vorig jaar werd opgeleverd. Een enorme uitdaging, vooral omdat ik er werd geconfronteerd met de moeilijkste klant uit mijn carrière: ikzelf (lacht). Ik heb er heel lang aan gewerkt en heel veel aan veranderd, hoewel ik van een erg streng concept ben vertrokken. Maar het resultaat is een rustgevende shelter geworden: de woning lijkt als het ware in de duinen genesteld. Architectuur, interieur en natuur harmonieus verenigd: ik, als architect, ben heel trots op dit project, dat ik gerust iconisch durf noemen.”

Smart
fact

Ik kijk op naar …

“Persoonlijk ben ik niet iemand die dweept met anderen. Voor mij is er te veel talent in de wereld om mij op slechts enkele personen te focussen. Maar binnen de architectuurwereld noem ik toch graag de Franse interieurarchitect Jean-Michel Frank, omdat die mij in het begin van mijn carrière heel sterk geïnspireerd heeft. En daarbuiten heb ik een grote bewondering voor kunstenaars als Donald Judd, de Amerikaanse minimalistische beeldhouwer die in de jaren 60 naam maakte met zijn geometrisch gerangschikte constructies. Of Picasso, een enorm talent dat thuis was in schilderen, tekenen, beeldhouwen en zelfs keramiek. Laten we zeggen dat ik me graag laat inspireren door kunstzinnige mensen. Kunst sensibiliseert het leven.”

17.02.2021
door Hannes Dedeurwaerder
Vorig artikel
Volgend artikel