Sarah Van Peteghem: “Een interieur moet er niet uitzien als een kunstgalerij”

Sarah studeerde product design in Antwerpen, belandde voor haar eerste job in Berlijn en startte daar een succesvolle interieur- en designblog. “Ik deelde veel interieurs die ik mooi vond en soms ook wel mijn eigen interieur. Blijkbaar sprak dat mensen aan”, zegt ze. “De bezoekers van mijn blog begonnen te vragen om hun interieur vorm te geven en zo ben ik er eigenlijk ingerold. Het waren de begindagen van Pinterest, later kwam daar Instagram bij, het was allemaal heel pril en puur. Ik heb eigenlijk het vak geleerd samen met mijn publiek.”

Wat zijn vandaag de trends op interieurgebied? 

“Ik zal iets bekennen: ik ben eigenlijk heel erg anti-trend. (lacht) Pas op, ik val er soms ook voor, hoor. De teddystof is nu heel erg in, bijvoorbeeld, dus soms zal ik weleens een stoel of een bankje in die stof ergens in een interieur proberen te smokkelen. Maar ik vind dat je daar voorzichtig in moet zijn.” vertelt Sarah Van Peteghem.

Waarom? 

“Omdat trends komen en gaan. En omdat een interieur niet iets is dat je elk jaar compleet overhoop kunt gooien. Als een trui uit de mode is, hang je hem in de kast en dan komt hij er allicht nooit meer uit. Maar je kunt moeilijk elk jaar je stoelen, tafels en banken wegdoen. Niet alleen omdat het dan wel een heel dure hobby wordt, maar ook ecologisch gezien lijkt me dat niet zo verstandig.”

Wat adviseer jij dan?

“Meestal probeer ik een interieur vorm te geven aan de hand van een paar sterke basisstukken. Ik zou eerder de grote stukken in neutrale basiskleuren kopen en die aanvullen met wat goede klassiekers. Er zijn designklassiekers van vijftig of zestig jaar oud die nog altijd supermodern en supermooi zijn. Wil je dan toch trends en modes volgen, doe dat dan bijvoorbeeld met lampen of kussens, kleinere stukken die je gemakkelijker kunt vervangen.” legt Sarah Van Peteghem uit.

Wat zijn de meest voorkomende fouten die jij ziet als je een huis of appartement binnenstapt? 

“Je komt natuurlijk wel eens een lay-out tegen die compleet niet functioneel is, maar vaak zijn dat ook wel dingen die je redelijk gemakkelijk kunt oplossen. Maar ‘fouten’ is nogal een zwaar woord. Een interieur is meestal een heel persoonlijke uitdrukking van iemands karakter, dus wie ben ik om iets fout te vinden? Ik vind dat vaak zelfs tof, dat mensen hun persoonlijkheid in hun huis leggen en dat ze een heel persoonlijke toets aan hun leefomgeving geven. Bijvoorbeeld met souvenirs of dingen die ze van hun reizen hebben meegebracht. Het is ook heel afhankelijk van mens tot mens. Bij een bepaald type mens werkt bijvoorbeeld een heel uitbundig of een heel kleurrijk interieur prima, terwijl datzelfde interieur bij een andere persoon net heel raar aanvoelt.” zegt Sarah Van Peteghem.

Jij werkt veel in het buitenland. Hoe zit het met de smaak van de gemiddelde Belg, als je dat vergelijkt met andere landen?

“Dat valt eigenlijk nog wel mee, hoor. (lacht) Wat ik wel duidelijk zie, is dat er een verschil in smaak is tussen Vlaanderen en Wallonië. Vlamingen gaan vooral een landelijke stijl, met Scandinavische invloeden, iets wat je bijvoorbeeld ook veel in Nederland ziet. In Wallonië neigt men veel meer naar de Franse smaak. Daar zijn interieurs vaak heel eclectisch en worden ook veel meer kleuren gebruikt dan in Vlaanderen.”

Wat is jouw eigen favoriete stijl? 

“Ik ga vooral richting Scandinavische stijl: lichte kleuren, eenvoud, natuurlijke materialen, een mooie parketvloer, hier en daar een tof accent. Mijn eigen interieur ziet er trouwens ook zo uit. Maar het mag niet té minimalistisch zijn, want daar houd ik niet van. Een interieur moet er niet uitzien als een kunstgalerij, vind ik. Vroeger zag je dat vaak in interieurmagazines, van die hyperminimalistische huizen waarin niemand leek te wonen. Met paleizen van woonkamers waar dan één zitbank in stond. (lacht) Gelukkig wordt er nu toch al iets meer persoonlijkheid getoond.” vertelt Sarah Van Peteghem.

Als je een interieur maakt voor een klant, moet je dan je eigen smaak niet opzij kunnen zetten? En is dat niet moeilijk? 

“Je moet inderdaad wel in de schoenen van de klant gaan staan, dat klopt. Het is hùn interieur, niet het mijne. Maar via mijn blog en mijn Instagram weten klanten meestal al wel wat ze van mij mogen verwachten. Mensen die een superdruk interieur willen, gaan mij allicht niet contacteren. Pas op, ik zou dat wel graag eens doen, een roze badkamer inrichten of zo. (lacht) Hoe meer je werkt met andere stijlen en hoe meer je buiten je comfortzone gaat, hoe meer je ook zelf evolueert.” legt Sarah Van Peteghem uit.

Wat zijn de meest voorkomende problemen waarvoor je klanten je contacteren? 

“Meestal gaat dat over het volledig inrichten van een ruimte. ‘Ik ben niet blij met de living, wat moet ik doen?’, zulke dingen. We gaan dan samen bijvoorbeeld een sofa kiezen of kijken welke accessoires we kunnen toevoegen. Het komt er dus vooral op aan de persoonlijke touch te vinden en die te vertalen naar het interieur. Meestal gaat dat ook virtueel en digitaal.”

Kort geleden richte je Seemble op. Wat doen jullie precies? 

“Seemble is een Belgische start-up waar ik sinds een jaar bij betrokken ben als CEO. Wij noemen het een ‘shoppable magazine’. Het is een soort online tijdschrift met heel veel inspiratie voor interieurs, maar waar je alle tafels, stoelen, tapijten en accessoires meteen ook kunt kopen. We zijn daarmee begonnen omdat we vroeger vaak merkten dat het voor mensen heel lastig was om de interieurs die ze zien in een magazine te vertalen naar hun eigen woonomgeving. Mensen weet wel of ze een interieur mooi vinden of niet, maar als ze dan een paar dagen later in een winkel staan, is het vaak heel lastig om die stukken eruit te pikken die die sfeer terug oproepen. We hopen dat dat met Seemble gemakkelijker wordt.” vertelt Sarah Van Peteghem.