woontrend
Bouwen & Wonen

Woontrends: Ontspanning en hotelachtig comfort in eigen huis

07.09.2020
door Grete Simkuté

Van een apart koffiebarretje in je keuken tot natuurlijke tinten waar je spontaan rustig van wordt: de woontrends voor de komende tijd staan stuk voor stuk in het teken van welzijn. 

De afgelopen maanden brachten we allemaal, gedwongen door de COVID-19-crisis, meer tijd thuis door. In plaats van een plek waar je ‘tussen de bedrijven door’ even bij elkaar kwam, werd thuis plots weer echt een heimat: een verblijfsplaats. En die wilden we en masse mooi maken. De een vond het tijd voor een fris behangetje, de ander begon aan een heuse verbouwing. Maar voor we lukraak toeslaan in woonwinkels: met welke woontrends moeten we rekening houden? En heeft de pandemie met bijhorende lockdown blijvend effect op hoe we onze woonsfeer creëren? 

Wonen op hotel

Interieurarchitect Judith van Mourik spot in ieder geval één belangrijke woontrend: de ‘hotelisering’ van onze woonomgeving. Met andere woorden: we willen de sfeer van een comfortabel, aangenaam hotel eigenlijk altijd wel, en niet alleen als we op vakantie zijn – wat de komende tijd een onzeker aspect zal blijven. van Mourik: “Een hotelkamer is vaak één ruimte met alles erin: bed, klein bureautje, wc, badkamer… Ook thuis willen we minder aparte hokjes, maar een meer open lay-out creëren. De grenzen tussen afzonderlijke kamers vervagen en dat is efficiënt omdat we steeds kleiner gaan wonen.”

Een andere manier om het ‘hotel-/horecagevoel’ te integreren thuis, is om bijvoorbeeld een koffiebarretje te bouwen in je keuken. “Dat hoeft geen gigantisch ding te zijn, maar een klein kastje waar er een warmwaterkraan is en een koffiezetapparaat. Zo’n apart plekje waar je speciaal koffie kunt zetten en drinken, dat geeft een speciaal gevoel”, zegt van Mourik.

woontrend

De grenzen tussen afzonderlijke kamers vervagen. Dat is efficiënt omdat we steeds kleiner gaan wonen.
— Judith van Mourik, interieurarchitect

Neutralen en een levendig interieur

Werd de afgelopen jaren het kleurenpalet gedomineerd door vijftig tinten grijs, wordt nu bruin de hoofdkleur en de woontrend. Ook de new neutrals – tinten als poederig roze of zacht mint – winnen aan populariteit. van Mourik: “Met deze kleuren kun je meer diepte toevoegen aan je interieur dan alleen met wit of grijs. Mensen, ook mannen, zullen niet meer opkijken van een roze wand, dat wordt gemeengoed.”

Die zachtheid keert volgens de interieurarchitect ook terug in de ronde vormen die we de komende tijd veel gaan zien. Meubels met strakke, rechte hoeken worden afgewisseld met items met rondingen. ‘Contrast’ is hierbij, wat betreft van Mourik, het sleutelwoord. “Durf te spelen met tegengestelden: een oude tafel met nieuwe stoelen of een moderne keuken in een oud pand. Dat zorgt voor een levendig interieur.”

woontrend

Natuur en architectuur in samenwerking

Ook trendwatcher Gaby van Gestel ziet een hang naar meer comfort, ontspanning en gezondheid in interieurs. “Nu we zoveel tijd thuis doorbrengen – doordat we al thuis werkten of dat moesten doen door de COVID-crisis – wordt je écht goed voelen in je interieur nog belangrijker”, zegt ze. Een thuis moet volgens haar voelen als een ‘cocon van veiligheid’. En dat gevoel kun je bereiken met tactiele materialen, natuurlijke kleuren en organische vormen – zoals van Mourik die al aanhaalde. Niet alleen eigen welzijn wordt belangrijker, maar ook dat van de planeet. Van Gestel: “We kiezen veel liever voor één stuk waar we lang plezier van hebben dan een hoop kleine zooi waarvan de waarde zeer discutabel is. Dat bewustzijn leeft meer dan ooit.”

Dat we meer willen samenleven met de natuur, ziet van Gestel ook in hoe de grenzen tussen ‘binnen’ en ‘buiten’ vervagen. “We maken van onze tuinen echte leefruimtes, met banken en planten. Door de crisis is gebleken hoe belangrijk het is om een buitenruimte te hebben.” Tot slot duikt de natuur steeds meer op in materialen voor binnen- en buitenshuis. “Van paddenstoelenschimmel kunnen bakstenen worden gemaakt, bijvoorbeeld. Deze ontwikkelingen staan nog in de kinderschoenen. Maar dat de natuur, de architectuur en het interieur steeds meer zullen samenwerken, is duidelijk.”

Vorig artikel
Volgend artikel