Kabouter Klus is niet te stoppen

Belgen waren al een klusvolk, maar sinds de coronacrisis is het hek helemaal van de dam. Er wordt gemetst, gevloerd en geschilderd dat het een lieve lust is. Welke klussen kan je gemakkelijk zelf voor je rekening nemen en wat laat je beter aan een professional over? 

Dat zoveel landgenoten hun salopet aantrekken en beginnen te klussen, merken ze bij de doe-het-zelf-zaken maar al te goed. “2020 was een fenomenaal jaar”, zegt Rudi Schautteet, woordvoerder van Brico. “Iedereen zat thuis, het was mooi weer… er waren geen uitvluchten meer om niet aan de slag te gaan. Ik denk dat ongeveer heel België zijn huis geverfd heeft in die periode. (lacht)”

In 2021 is de storm wel weer een klein beetje gaan liggen, maar lag de verkoop nog altijd een flink stuk hoger dan in 2019, zegt Schautteet. “Het zindert zeker nog na. Wat ook meespeelt: niet alleen hebben veel mensen plezier gevonden in het klussen, ze moeten ook renoveren door de almaar strenger wordende energienormen.” 

Weten wat je doet

Wat het werk zelf betreft, moet je als klusser wel weten wat je je op je nek haalt. “Ik zou beginnen met zaken waarmee je geen rampen kunt uithalen”, waarschuwt Schautteet. “Kamers verven, stores hangen, parket leggen eventueel… Kijk, als je een parketstrook verkeerd legt, is dat jammer. Maar als je met elektriciteit iets verkeerd doet, kan dat je leven kosten. Ik zeg niet dat een klusser geen elektriciteit of sanitair kan leggen, maar dan moet je wel absoluut weten waar je mee bezig bent.” 

Naast het feit dat je een pak minder betaalt voor het werk wanneer je zelf klust, zijn er nog wel een paar voordelen aan. Schautteet: “Het is niet alleen goedkoper, je leert er ook veel mee en veel klussers zijn ook, terecht, fier op het werk dat ze gedaan hebben. Ik denk ook dat de klushype niet meteen voorbij is. Wij organiseren bijvoorbeeld al jaren ateliers waarin we klussers allerlei technieken aanleren. Wel, vroeger deden we dat alleen in Brussel, nu hebben we zulke ateliers in alle provincies. En die zitten stuk voor stuk bomvol. En weet je wat de snelst groeiende groep studenten is? Vrouwen. De kluswereld is allang geen exclusieve mannenwereld meer.” 

‘Huis Gemaakt’

Goed kunnen klussen is niet alleen goed voor je portemonnee en je zelfbeeld, soms kan je er zelfs een huis aan overhouden. Dat bewezen Ruben Vandendriessche en zijn vriendin Antje Overmeiren. Zij waren vorig jaar de winnaars van het VTM-programma ‘Huis Gemaakt’. Daarin moesten negen koppels een huis verbouwen. Het koppel dat dat het beste deed, mocht het huis houden. 

Handigheid

“Ik ben altijd al redelijk handig geweest”, vertelt Ruben. “Ik maak zelf meubels, ik heb avondschool lassen gedaan, ik doe cursussen houtbewerking en ik heb productontwikkeling gestudeerd, waarvoor je toch de handen uit mouwen moet kunnen steken. Het heeft er dus altijd wel een beetje in gezeten.” 

Ondanks het feit dat hij geen totale leek was, geeft ook Ruben toe dat elektriciteit en sanitair voor hem een uitdaging waren. “Er zijn gelukkig geen incidenten gebeurd, maar ik voelde toch dat meer structurele werken me beter liggen. Gelukkig hebben we voor de opnames ook wel een spoedcursus gekregen en waren er altijd handleidingen in de buurt die we konden raadplegen. Dat was ook nodig. (lacht)”

Afwerking en aankleding

Het leukste werk vond Ruben de afwerking en aankleding op het einde, zegt hij. “Schilderen, maatstukken plaatsen, het hout afwerken… dat is het leukste. Omdat je dan echt je persoonlijke smaak in het huis kunt leggen en ook omdat dat helemaal op het einde komt. Je bent dan extra gemotiveerd, omdat je weet dat het werk er bijna op zit. Weet je wat ook heel fijn was? De ruwbouw afbreken. Dat was gewoon: je brein uitschakelen en tekeer gaan met de voorhamer. Heel ontspannend is dat. (lacht)” 

Ondertussen wonen Ruben en Antje al een paar maanden in hun nieuwe woonst. “Maar het werk is nog niet gedaan”, vertelt hij. “Er waren heel wat ‘minder belangrijke’ ruimtes in het huis die nooit op tv geweest zijn: de kelder, de berging, de dressing… die zijn we nu aan het afwerken, maar wel aan een wat rustiger tempo dan de rest. Nog even doorbijten en alles is klaar.”