Groen huis, blije portemonnee
De prijzen van energie en grondstoffen rijzen tegenwoordig de pan uit. Meer zelfs: in veel gezinnen vormen de uitgaven aan energie vandaag de dag een van de grootste kostenposten. Je huis groen maken is dus niet alleen goed voor de natuur, maar ook voor je portemonnee. Er zijn heel wat manieren waarop dat kan en die vuistregels gelden zowel voor nieuwbouw als voor een verbouwing. Zes tips en voorbeelden.
1. Isoleren
Elke huiseigenaar weet het: het isoleren van je dak, vloer en muren is een zeer rendabele quick win. Je voorkomt dat warmte wegvloeit, wat betekent dat je minder moet stoken en dus minder energie verbruikt. Isoleren houdt trouwens niet enkel je huis lekker warm in de winter, maar ook koel in de zomer. Een dubbel voordeel dus. Isoleren kan met heel veel verschillende materialen (minerale wol, kunststofplaten, speciale schuimen,…) en op verschillende manieren. Tenzij je zelf een kenner bent, vraag je dus best raad aan een vakman of schakel je een aannemer in. In dat laatste geval zal je duurder af zijn dan wanneer je alles zelf doet, maar dan nog betalen de werken zich na minder dan tien jaar zelf terug door wat je bespaart op je energiefactuur.
2. Glas vervangen
Niet alleen daken en muren zijn bekende tochtgaten, ook via de ramen in je huis kan veel warmte wegstromen. Vroeger waren de ramen in huizen de facto met enkel glas uitgerust, wat qua isolatie zeer slecht scoorde. Later kwam het zogenaamde dubbel glas en nu wordt in regel hoogrendementsglas of zelfs driedubbel glas geplaatst, dat aan de normen van energieneutraal bouwen voldoet. Zulk glas bestaat uit drie lagen met daartussen een isolerend gas en een speciale coating, en houdt warmte veel beter binnen en koude veel beter buiten. Extra voordeel: driedubbel glas isoleert ook veel beter tegen geluidsoverlast en je ramen zullen bijna altijd op kamertemperatuur zijn, wat betekent dat er geen koude tocht in de buurt van de ramen ontstaat.
3. Water opvangen
Het is te gek voor woorden: om het toilet te spoelen, de auto te wassen en de tuin te besproeien, gebruiken veel mensen nog perfect drinkbaar kraantjeswater. Terwijl regenwater gratis uit de lucht valt. Van de 84 liter water die elke Belg dagelijks gemiddeld verbruikt, kan ruim de helft perfect vervangen worden door hemelwater. Je moet het alleen opvangen in een (ondergrondse) ton en met een pomp distribueren. Let daarbij wel op de installatie: ook al ga je het water niet opdrinken, het moet grondig gefilterd worden, anders zal bijvoorbeeld het porselein van je toilet na een tijdje een vieze aanslag krijgen. Hoe groot je put moet zijn, hangt van veel factoren af, zoals hoe groot je dak is, de samenstelling van je gezin en je groen verbruik.
4. De ketel vervangen
Is uw oude mazoutketel aan vervanging toe? Dan is het tijd om te investeren in een nieuwe, groene en milieuvriendelijke oplossing. Het meest voor de hand liggende alternatief is een hoogrendementsgasketel. Die maakt gebruik van de warmte in de rookgassen, die anders via de schoorsteen naar buiten gaan en verhoogt dus zo zijn rendement. Een nog toekomstgerichtere oplossing is het plaatsen van een warmtepomp. Vanaf 2026 wordt die trouwens verplicht in nieuwbouwwoningen. Met zo’n pomp onttrek je warmte aan de bodem of de buitenlucht en gebruik je die om je huis te verwarmen. Je verbrandt dus geen fossiele brandstoffen meer, al heeft de warmtepomp zelf natuurlijk wel stroom nodig om zijn werk te doen. Warmtepompen bestaan in heel wat verschillende soorten en maten en voor verschillende budgetten.
5. Zonnepanelen plaatsen
Het is een bekende uitspraak onder eigenaars van zonnepanelen, maar ze is wel waar: geen enkele bank biedt het rendement dat zonnepanelen geven. Zelfs na alle gedoe met terugdraaiende tellers, digitale meters en de premiekermis blijft een zonne-installatie een uitstekende investering, die zich na minder dan tien jaar terugverdient. Daarna profiteert de eigenaar nog zowat vijftien jaar van quasi gratis en groene stroom. Mooi meegenomen, in deze tijden van peperdure elektriciteit. Een goede aanvulling op de panelen zijn een zonneboiler (waarmee je warm water kunt produceren voor keuken en badkamer) en een thuisbatterij. Daarmee kan je de energie die je opwekt opslaan voor de momenten dat je deze zelf kunt verbruiken. Energie zelf terug op het net zetten, is financieel immers lang niet zo interessant meer als vroeger.
6. Kijk na welke premies je krijgt
We moeten eerlijk zijn: alle ingrepen die we hier beschreven hebben, vergen een (soms fikse) investering van de bouwheer. Gelukkig beseft ook de overheid dat deze maatregelen noodzakelijk zijn als we onze duurzaamheidsobjectieven willen behalen. En net daarom zijn er een heleboel premies en subsidies voorzien, voor bijvoorbeeld dakisolatie, het vervangen van beglazing, het plaatsen van een zuinig verwarmingsinstallatie en dergelijke. Op die manier wordt de factuur een stuk beter behapbaar. Het probleem is wel dat veel van die premies versnipperd zijn. Zowel netbeheerders, provincies en gemeenten hebben allemaal hun eigen systemen en voorwaarden. Om wegwijs te worden in de jungle van maatregelen, vindt u op www.vlaanderen.be/subsidies-voor-energiebesparende-maatregelen-in-woningen een handig overzicht.