Van Damme
Gezondheid

Op de bank bij Pierre Van Damme en Dirk De Wachter

21.10.2020
door Heleen Driesen

Het toonbeeld van de ratio en de pleitbezorger van de empathie. Gaat het over corona, dan voeren ze beiden dezelfde strijd, verzekeren vaccinoloog Pierre Van Damme en psychiater Dirk De Wachter. Over de uitkomst zijn ze hoopvol. Als hoofd en hart maar op elkaar letten.

“Soms maak ik me zorgen om mensen die zeggen: met mij gaat alles prima.”

Het is valavond in midden september wanneer de twee gentlemen in de geneeskunde elkaar treffen op het koertje van het herenhuis in Antwerpen waar De Wachter zijn praktijk houdt. De ontmoeting is hartelijk, binnen de regels van de afstand. Ze zijn geen onbekenden. Tijdens hun studies kruisten ze elkaar, enkele jaren tussen hen in. Daarna gingen ze elk een andere richting uit. De een verbond zich als psychiater en hoogleraar aan de KU Leuven, de ander werd professor vaccinologie aan de Universiteit Antwerpen. Hun gemene deler zit bij hun echtgenotes. Die staan als huisarts pas echt met hun twee voeten in het ware leven, geven de artsen minzaam toe. Nochtans, ze doen hun best.

De Wachter: “Als mensen me zeggen: die virologen, staan die eigenlijk wel in de realiteit? Dan antwoord ik: natuurlijk. Enfin, de meesten toch (grinnikt). Die brengen ook hun kinderen naar school en praten ook met hun partner aan de keukentafel.”

Van Damme: “Ik schuif elke zondag braaf aan bij de bakker voor pistolets. Spijtig, ze laten mij niet voor (lacht).”

Hoe lang is het geleden dat jullie elkaar nog in persoon hebben gesproken?

Van Damme: “De laatste keer was op een kunsttentoonstelling. Maar sinds corona moet dit fysiek de eerste keer zijn. Ik lees wel in de kranten wat Dirk zoal zegt over het onderwerp.”

De Wachter: “Ik probeer dan eerlijk te vertellen wat ik vind. Mijn positie tegenover de maatregelen is vooral ondersteunend, ik wil de virologen niet in de weg staan. Maar af en toe maak ik toch graag de nuance. Dat is wat wetenschappers doen: onder elkaar discussiëren, liefst op een respectvolle manier. Het volledig met elkaar eens zijn is verdacht in de wetenschap. Je moet woord hebben en wederwoord, zo evolueert het voortschrijdend inzicht.”

Van Damme: “Weet je dat ik door dit alles een ongelooflijke bewondering heb gekregen voor onze weermannen en -vrouwen? Die doen eigenlijk precies wat wij en de biostatistici proberen te doen: voorspellen. Met wisselend succes. Iets als haatmail kende ik voordien totaal niet. Nu zeggen die meteorologen me: ‘Troost je, wij krijgen ze al twintig jaar (lacht).”

De Wachter: “Ik heb nochtans al vaak benadrukt: jullie doen het goed. Net zoals de bevolking trouwens, in het algemeen. Dat is ook de taak van een psychiater: regelmatig zeggen dat mensen goed bezig zijn.”

In het publieke debat worden jullie wel eens tegenover elkaar geplaatst: de mannen van de harde en die van de zachte wetenschap.

De Wachter
: “Ergens begin dit jaar zag ik per toeval Marc Van Ranst. Hij is in dezelfde gemeente opgegroeid als ik, maar we komen elkaar haast nooit tegen. En Marc zegt: ‘Tja, virologie en psychiatrie, dat heeft nu eens niets met elkaar te maken.’ Drie maanden later zitten we middenin een pandemie en ontmoeten we elkaar het ene debat na het andere (lacht). Zo gaat het leven. Maar ergens klopt het wel: een epidemioloog, dat is de objectiviteit zelve. Daarbij gaat het over cijfers en over juist of niet juist. Bij mij is dat allemaal wat minder helder.”

Van Damme: “Wat van de psychiatrie geen mindere wetenschap maakt.”

De Wachter: “Akkoord, maar het is geen feitelijke, rationalistische wetenschap. Ik ben bezig met het subject van de mens, met de problemen en het verdriet. Overigens, ik kan ermee akkoord gaan om in acute crisis pas op de tweede rij te staan. Zo’n situatie vergt een aantal dringende ingrepen. Maar eens de lens weer wat breder wordt, moeten ook andere dingen weer aan bod komen. Op een zeker moment werd het beleid volgens mij wat te veel gevoerd op basis van Excelfiles. Dan vind ik het mijn plicht om tussen te komen.”

Van Damme: “Terecht. Ik heb onze positie nooit als tegengesteld ervaren. De maatregelen zijn niet makkelijk, dat beseffen we allemaal. Het probleem is: de infectie geeft ons geen tijd. Dus is het voor een stuk gissen en missen. We zijn in eerste instantie vertrokken van wat we al wisten van andere virussen, maar COVID-19 blijkt een leerschool in out-of-the-box-denken. Voor mij is dat de grote les van deze periode, voor de virologie en de wetenschap: durf voortdurend alles in vraag stellen.”

De Wachter: “Wetenschappelijk gezien is dit een enorm interessante tijd. Het is bijna cynisch om te zeggen, want er is veel miserie, maar dit is een ontzettend boeiend sociaal experiment.”

“Het volledig met elkaar eens zijn, is verdacht in de wetenschap. Je moet woord hebben en wederwoord, zo evolueert het voortschrijdend inzicht.”

Het fysieke aspect speelt altijd bij virussen, maar bij een griepje of verkoudheidsvirus ontbreekt die sociale factor. Maakt dat COVID-19 zo uitzonderlijk?

Van Damme: “Ik heb corona hier en daar durven vergelijken met hiv. Midden jaren 80 moesten we de bevolking massaal opvoeden rond veilig vrijen, het beperken van je aantal sekspartners, het dragen van een condoom. Alleen hadden we bij dat virus iets meer tijd om een strategie te ontwikkelen en zat het risico sterker geconcentreerd binnen een aantal groepen. COVID-19 slaat niemand over. Al zijn de consequenties niet voor iedereen gelijk. Je ziet ook hoe zo’n pandemie de pijnpunten van een systeem blootlegt: de complexiteit van onze politiek van beslissingen nemen, maar ook de fragiliteit van onze samenleving. Wie er alleen voor stond, raakt nog verder geïsoleerd. Wat dat betreft hebben we heel weinig correctiemechanismen.”

De Wachter: “Het zijn evoluties die al aan de gang waren en die nu worden uitvergroot. Ik heb er de laatste jaren vaak over geschreven: ik ben bezorgd om de wereld, om de mensen die uit de boot dreigen te vallen. Corona is als een vliegwiel. Als we niet opletten – en misschien als we opletten óók – zal de solidariteit die we in Europa kennen beetje bij beetje verkruimelen. Het sociale zekerheidssysteem, de pensioenen, de zorg voor de zwakkeren: al die zaken zullen zwaar onder druk komen te staan als de economische gevolgen van deze crisis zich tonen. Daar wil ik op wijzen – en niet om de virologen te ambeteren.”

Weten we intussen wat de crisis precies aanricht met ons psychisch welbevinden?

De Wachter: “Ik heb in mijn praktijk een wachtlijst van vele maanden, onmogelijk dus om te stellen: ik krijg wat meer telefoontjes, de wereld is er slechter aan toe. Maar alle studies, zowel Europese, Chinese als Amerikaanse, wijzen op een significante verhoging van het aantal psychiatrische problematieken. Dan gaat het niet alleen over de angst voor het virus, maar ook over de angst voor de toekomst. Mensen weten niet of ze volgend jaar nog werk zullen hebben, of hun bedrijf overeind zal blijven, of ze hun gewone bezigheden nog kunnen hervatten. Depressies en angsten nemen toe, net zoals middelengebruik, intrafamiliaal geweld en chronische vermoeidheid.”

Van Damme: “Vrij vroeg in maart zijn we begonnen met onze grote corona-enquête. Om je een idee te geven: de eerste keer hebben er 650.000 Belgen meegedaan. Dat zegt wel iets over de mate van betrokkenheid op dat moment. Een aantal vragen die we al bij de tweede versie van onze enquête hebben toegevoegd, hielden verband met het psychisch welzijn van respondenten. Dat ging zeer snel achteruit tijdens de lockdown. Toen die was afgelopen, ging het meteen weer beter.”

De Wachter: “Dat geeft wel vooral een indicatie over de directe gevolgen van de crisis. Ik ben nog veel meer bezorgd om de onderstroom. Ik maak me soms ongerust over de mensen die nu zeggen: ‘Met mij gaat het prima, geen enkel probleem.’ Dan denk ik: wat zit je te ontkennen? Wat wordt er onder de mat geschoven? Het is toch normaal – een woord dat ik anders vermijd – dat dit wat lastig is, dat het allemaal wat tegensteekt? De psyche is een ingewikkeld diertje, sommige dingen blijven lang waren voor ze de kop opsteken.”

Dit voorjaar, in tijden van acute crisis, was er een grote verbondenheid tussen mensen om samen dat beest te temmen.

Van Damme: “Dat was mooi, iets om te koesteren. De straat ontdekte wie er allemaal woonde. Vanaf de grote vakantie was het weer een beetje ieder voor zich. De zon scheen, de cijfers gingen beter. Après moi, le déluge. We gingen zelfs de ene provincie tegen de andere opzetten: de ‘goeien’ tegen de ‘slechten’. Ook internationaal. Een drama, vind ik persoonlijk, de machteloosheid van Europa in dit verhaal. Maar mijn eerste zorg is nu hoe we in dit land de solidariteit kunnen terugvinden. Ik geloof niet dat dat vanuit Brussel moet geregeld worden, het kan soms heel lokaal.”

De Wachter: “We moeten geen spoedgevallendiensten inrichten waar psychiaters klaarstaan om de bevolking op te vangen. De oplossing zit in verbinding, een verantwoordelijkheid die we delen. Mijn advies: let op de mensen in je omgeving en op risicogroepen in het bijzonder. Ik denk aan oude mensen die alleen in een appartementje zitten, aan singles in het algemeen, aan mensen met een psychische kwetsbaarheid, of aan vluchtelingen – een groep waar blijkbaar niemand nog over spreekt.”

“Corona is als een vliegwiel. Als we niet opletten – en misschien als we opletten óók – zal de solidariteit die we in Europa kennen beetje bij beetje verkruimelen.”

Hoe slagen we erin om mensen weer positief te motiveren in die onderlinge solidariteit?

Van Damme:
“We laten nog heel wat opportuniteiten liggen op vlak van communicatie; vaak is die nog heel sec. Overheden zouden perfect een paar professionele bedrijven de opdracht kunnen geven om iets te doen met grappige filmpjes en toffe campagnes voor de verschillende bevolkingsgroepen.”

De Wachter: “(knikt) Een beetje Kamagurkistan helpt.”

Van Damme: “Het zou toch schitterend zijn als elke gemeente iets probeerde te doen rond kerst of oudjaar, en daarmee ook een steuntje in de rug geven aan de evenementensector? Er zijn zoveel creatieve dingen mogelijk, zelfs met toepassing van de maatregelen. Heel deze periode is eigenlijk een toetssteen voor de maatschappij: kunnen wij dit?”

En? Kunnen wij dit aan?

De Wachter: “Het wordt moeilijker, daar kunnen we niet omheen. De winter en de donkere dagen komen eraan. Een uitdaging, want voor maart zal er weinig veranderen, heb ik begrepen.”

Van Damme: “We zullen aan expectation management moeten doen, zoals de Engelsen het zo prachtig benoemen. Ik ben het dan ook beu om te horen dat eind dit jaar alles opgelost is. Dat vaccin zal er komen, wees gerust. Maar eerst moeten we de nodige gegevens verzamelen over de veiligheid en werkzaamheid in een voldoende grote groep vrijwilligers. Wellicht wordt het eerder half 2021. En dan nog. Eigenlijk zeg je beter: jongens, zo staan de zaken ervoor, we moeten even een aantal dingen met elkaar afspreken. Dat is een contract dat je als maatschappij met elkaar afsluit. Iedereen houdt zich aan een paar lastige maatregelen, en dan is er heel veel mogelijk.”

De Wachter: “Of het terug goedkomt? Daar ben ik van overtuigd. Het menselijk ras heeft al pestepidemieën en oorlogen overwonnen. Laat ons toch nog een beetje nuchter blijven: dit is lastig, maar tot hiertoe ook geen verschrikking.”

Van Damme: “De mens is een gewoontedier: chassez le naturel, il revient au galop. Daarom is het ook een hele uitdaging om voor langere tijd die vervelende maatregelen te volgen. En toch, we zullen nog even moeten doorbijten.”


SMART FACT.

Jullie hebben een gezamenlijke passie: kunst. Hoe is die ontstaan?

Van Damme
: “Ik ben eerst tien jaar huisarts geweest, samen met mijn echtgenote. We hadden een praktijk naast een kunstgalerij in hartje Antwerpen. Eens je de smaak te pakken hebt, ben je vertrokken. In plaats van naar de cinema te gaan, gaan wij naar een tentoonstelling.”

De Wachter: “Ik kon als kind heel goed tekenen. Iedereen vond dat ik naar de kunstacademie moest, wat ik dan ook gedaan heb. Daar heb ik ontdekt dat ik eigenlijk geen kunstenaar ben. Mijn eer was gekrenkt, maar sindsdien heb ik veel bewondering voor mensen die wél talent hebben.”

Vorig artikel
Volgend artikel