Interview door Frederic Petitjean

Valerie Tanghe: ‘Vrouwen moeten in hun carrière vaak meer horden nemen dan mannen’

Ze zijn al iets talrijker dan pakweg tien jaar geleden, maar vrouwen in een technologie-omgeving (laat staan: leidinggevende vrouwen) blijven nog altijd een zeldzaamheid. Hoe komt dat? En wat valt eraan te doen? Aan wie konden we dat beter vragen dan de ICT Woman of the Year van het vakblad DataNews: Valerie Tanghe, managing director bij Accenture.

Als managing director bij de Technology-afdeling van Accenture overziet Tanghe vooral klanten uit de telecom-, media- en hightechwereld. Zelf heeft ze er ook al een indrukwekkend parcours op zitten in de sector, met leidinggevende functies bij onder meer Telenet, Proximus, Cegeka en Altran. 

Was het als kind al uw droom om in een hightechbedrijf te werken? 

“Dat heeft er altijd wel in gezeten, maar vooral vanuit een soort dadendrang, denk ik, niet meteen vanwege de technologie op zich. Ik word vooral graag uitgedaagd door complexe, ingewikkelde problemen. Mijn vader was, net als ik nu, burgerlijk ingenieur en ergens in de jaren tachtig was hij betrokken bij de bouw van een elektriciteitscentrale, midden in de woestijn van Saoedi-Arabië. Ik ben daar toen eens mee naartoe geweest en dat heeft een grote indruk achtergelaten: die wirwar van buizen, draden en machines. Daar moeten de kiemen gelegd zijn, want later ben ik aan de KU Leuven elektronica gaan studeren, met als specialisatie telecom. Zo ben ik erin gerold.”

Heeft u in de loop van uw carrière de attitude tegenover vrouwen zien veranderen? 

“Toen ik in 1995 begon, was ik echt nog de grote uitzondering. Mijn eerste job was bij een start-up die een glasvezelnetwerk wilde aanleggen. Van de pakweg 400 mensen in engineering en operations waren er welgeteld 3 vrouwelijke ingenieurs. Dat is dus minder dan 1 procent van het totaal. Vrouwen zijn vandaag nog altijd in minderheid, maar dat soort cijfers zijn wel fel verbeterd. Het heeft er natuurlijk ook mee te maken dat de nood aan mensen in deze sector zo groot is dat er veel meer moeite gedaan wordt om meisjes te laten instromen, liefst met de juiste STEM-diploma’s.”

Voor vrouwen in een mannenwereld is het vaak ook lastiger om een netwerk uit te bouwen.

Het aantal meisjes dat voor een STEM-richting kiest, blijft toch nog altijd zeer laag.

“Klopt, en het is vooral de doorstroom van middelbaar naar hoger onderwijs die echt problematisch is. Van de ongeveer 40 procent meisjes die een wiskundige of wetenschappelijke aso-richting volgen, gaat maar 5 à 15 procent in dat soort richtingen verder studeren. Ik denk dat het nodig is om op het juiste moment meisjes te overtuigen om voor STEM te kiezen. Op basis van mijn eigen ervaring en op basis van onderzoek gebeurt dat best op 16- à 17-jarige leeftijd. Veel vroeger is voor de professionele wereld ook niet opportuun, omdat dan de kloof met het bedrijfsleven nog te groot is. Ik was zelf ook zo, ik heb lang getwijfeld om geneeskunde te gaan studeren.”

“Rond 16, 17 moeten we hen dus duidelijk maken dat er met dat soort studierichtingen echt wel toffe en vrouwvriendelijke jobs te vinden zijn. Daar ligt nog een taak voor de scholen en het middenveld, ja. Daarnaast speelt natuurlijk ook de macht van het getal: als je in een sector een lage instroom van jonge dames hebt, zul je uiteraard ook heel weinig vrouwelijke werknemers overhouden en dan nog minder in een leidinggevende functie.” 

Bent u ooit zelf tegen het glazen plafond aan gebotst? 

“Goh, dat concept bestaat wel, hoor, maar ik hou niet zo van die term. Ik spreek liever over het ‘professionele labyrint’ of de ‘hordenloop’. Vrouwen moeten in hun professionele carrière vaak meer horden nemen. Dat heeft te maken met vooroordelen, zoals de combinatie werk en gezin die te zwaar zou zijn. Voor vrouwen in een mannenwereld is het vaak ook lastiger om een netwerk uit te bouwen. Soms worden zaken ook al voor ons beslist: ‘Zij heeft een gezin, ze zal wel niet geïnteresseerd zijn in een managementfunctie’.”

“Ook vrouwelijke leidinggevenden bezondigen zich daaraan. Ik heb zelf ook telkens stevig moeten streven om op de lijst terecht te komen van wie wil promoveren. Er is ook een anekdote die ik altijd onthouden heb. Ik werkte eens bij een bedrijf waar ik en drie mannelijke ingenieurs – allemaal van dezelfde universiteit en ongeveer dezelfde leeftijd – voor het eerst een bedrijfswagen kregen. Om de een of andere reden kreeg ik een veel kleinere auto dan de rest. Een afdankertje dat ze nog ergens staan hadden (lacht). Het ging me niet zozeer om die auto, maar ik voelde me toen echt wel gediscrimineerd. Pas na een week durfde ik mijn toenmalige baas daarover aan te spreken. En fair is fair: met één telefoontje heeft hij dat onmiddellijk rechtgezet.”

vrouwen

Het is ook niet alleen in België dat vrouwen te weinig doorstromen naar de technologiesector, het is een wereldwijd probleem. 

“Ja, absoluut. Hoeveel vrouwelijke CEO’s van techbedrijven zijn er? Niet zo gek veel. Bij Accenture nu toevallig wel (lacht). Zo’n gebrek aan rolmodellen speelt allicht ook mee. Veel bedrijven zeggen wel dat ze meer vrouwen in hun rangen willen, maar ze blijven daar vaak toch redelijk vaag en vrijblijvend over. Bij Accenture hebben we daar heel concrete doelstellingen over, een echt vijfjarenplan met harde KPI’s: tegen 2025 moet er in dit bedrijf 50/50-pariteit zijn tussen vrouwelijke en mannelijke werknemers. Dat wordt ook heel nauwgezet opgevolgd.”

Hoe zou u uw managementstijl omschrijven? Mannelijk of vrouwelijk? 

“Ik weet zelfs niet of dat onderscheid echt bestaat. Bij mannelijke managers denkt men vaak aan prestatiegericht, assertief, direct en wat harder qua stijl… maar ik ken evengoed vrouwelijke managers die op die manier leidinggeven. Net zoals ik ook heel empathische mannelijke managers ken. Wat eigenlijk veel belangrijker is, is dat een manager soft skills in de vingers heeft, ongeacht of het een man of een vrouw is. Ik kan je verzekeren: al is de technologie nog zo goed, zonder bijvoorbeeld een goede manier van communiceren, lopen heel veel projecten al vanaf dag één in het honderd.”

Smart
fact

Wie was vroeger uw rolmodel?

“Judith Resnik, een vrouwelijke Amerikaanse astronaute. Het was niet de allereerste vrouwelijke astronaute, want dat was Sally Ride, maar ze heeft me toch enorm geïnspireerd. Ze hield ook van heel complexe problemen oplossen. Ze is astronaute geworden vanuit een heel pacifistische, niet-militaire achtergrond, echt om de mens en de mensheid vooruit te helpen.”

 

24.05.2023
door Frederic Petitjean
Vorig artikel
Volgend artikel