Interview door Benjamin Van Synghel

Stig Broeckx: ‘Ik heb zoveel geluk gehad. Het leven is mooi’

Stig Broeckx is een voorbeeld voor ons allemaal. Zijn lichaam en hersenen kregen klappen, zijn gemoed en optimisme bleken onverwoestbaar. Met een kamerbrede glimlach werkt hij verder aan zijn herstel. ‘Natuurlijk heb ik soms gevloekt. Maar ik lééf nog.’

Op zaterdag 28 mei 2016 stopte de wereld eventjes met draaien. De voorlaatste etappe van de Baloise Belgium Tour is net onderweg wanneer twee motards inrijden op het peloton. Een massale valpartij is het gevolg. De jonge Stig Broeckx, meesterknecht in wording bij Lotto-Soudal, is het grootste slachtoffer. Hij wordt ter plaatse een uur lang gereanimeerd, balancerend tussen leven en dood. De Kempenzoon haalt het met geluk, maar belandt in een coma. De artsen zien het somber in, maar Stig keert het tij. Na bijna een half jaar ontwaakt hij uit de coma. Het bleek het startschot van het tweede deel van zijn leven: een alomvattende revalidatie.

Zitten, slikken, drinken, staan, stappen, praten… Stig moest alles opnieuw leren, hij begon nagenoeg van nul. Zijn hersenen waren beschadigd, maar zijn vechtlust bleef ongedeerd. Als een pitbull beet hij zich vast in zijn herstel. Tot op vandaag, zeven jaar na die val, blijft hij stappen vooruit maken. Drie keer per week kine, drie keer per week logopedie. Om te blijven werken aan dat herstel. 

Dat vertelt hij aan iedereen die het horen wil. En als zijn woorden even moeilijk verstaanbaar zijn, dan zegt hij het met zijn kenmerkende glimlach. Een glimlach die telkens weer tevoorschijn komt als de naam Isa valt. Op 31 oktober 2022 maakte dat kleine meisje van Stig een papa en van Marlies een mama.

Een wolk van een dochter. Gefeliciteerd!

“Dank u. (Lacht de tanden bloot) Zo’n kindje is het mooiste dat er is. Zo tof, zo schattig… Ik heb er altijd van gedroomd om papa te worden. Daar ben ik ook na het ongeval altijd in blijven geloven. En Marlies… Wauw… Zij is de perfecte moeder. Het is heel cliché, maar dit is echt het mooiste ter wereld.”

Het kan behoorlijk druk zijn, met zo’n kindje in huis. Je hebt nog genoeg tijd om verder te revalideren?

(Lacht) “Het is zeker druk, maar zij is voor mij een extra reden om beter te worden. Ik ga drie keer per week naar de kine en drie keer per week naar de logopedie. Want als de papa van Isa niet goed praat, dan neemt Isa dat later misschien over. Dat wil ik niet. Dus ik blijf revalideren. Op mijn eigen tempo, zoals een tijdrijder. Daarnaast doe ik mijn taken als huisman en werk ik twee halve dagen per week als vrijwilliger bij Codagex, een importeur van fietsonderdelen in de buurt.”

Ik blijf verbeteren. Het sociaal babbelen lukt al veel beter. Tegenwoordig kan ik rondwandelen en wat leuteren. Heel fijn.

Op welke vlakken zet je nu nog stappen vooruit in je herstel?

“Het sociaal babbelen gaat nu veel beter dan vroeger, maar dat heeft lang geduurd. Praten lukte wel, maar dan een-op-een. Op een plek met veel lawaai of geroezemoes kon ik me moeilijker concentreren. Dat was hetzelfde met wandelen. Vroeger moest ik echt uitkijken om niet te vallen, dat kon ik slecht combineren met praten. Vandaag gaat dat echt veel en veel beter. Gewoon wat wandelen en intussen wat leuteren en zeveren. Da’s echt heel fijn.”

Je rijdt tegenwoordig ook weer met de auto.

(Glundert) “Ja, dat heb ik lang niet mogen doen. Ik deed korte verplaatsingen met de Gator (een soort golfkarretje, nvdr), maar intussen ben ik geslaagd voor mijn rijexamen. Ik mag nu zelfstandig rijden met een automatique, dus niet handgeschakeld. En ik mag ermee in een straal van 15 kilometer rondrijden. Daar ben ik heel blij mee, want ik haat het om afhankelijk te zijn van mensen. Ik moet nu elk jaar opnieuw een rijexamen afleggen, om te zien hoe het gaat. Hopelijk kunnen die afstandslimieten ooit wegvallen. Dan kan ik met Marlies en Isa eens naar Plopsaland rijden.”

geluk

Je hebt al een enorme weg afgelegd, schijnbaar met de glimlach. Je staat bekend als een onverbeterlijke optimist. Heb je dan nooit eens gevloekt?

“Natuurlijk wel, sowieso. Er zijn veel frustrerende momenten geweest. Leren stappen. Iets laten vallen en het niet kunnen oprapen. Dringend moeten plassen, maar zelf niet naar het toilet kunnen. Dat is allemaal niet leuk, maar ik heb me nooit laten doen. Ik ben altijd vooruit blijven kijken, ik ben eigenlijk altijd optimistisch geweest. Mensen vinden het soms raar dat ik het zeg, maar ik heb zoveel geluk gehad. (Spert de ogen open) Ik lééf nog, hè.” 

Je optimisme en vechtlust maken je tot een inspiratiebron voor velen. Doet dat deugd?

“Ik word vaak aangesproken, maar dat vind ik niet erg. Iedereen mag met mij komen babbelen, sowieso. Als ik een voorbeeld kan zijn voor jonge gasten, dan vind ik dat super. Ik heb heel veel geluk gehad, ik heb een goed leven. Als mensen mij een goede raad vragen, dan zeg ik altijd hetzelfde. Daarom is het ook de titel van mijn boek: zeg nooit nooit.”

Zeg nooit nooit, het verhaal van Stig Broeckx, opgetekend door Thijs Delrue is uitgegeven bij Pelckmans.

24.03.2023
door Benjamin Van Synghel
Vorig artikel
Volgend artikel