Interview door Kim Beerts

Jo Van Moer: ‘Groene logistiek mocht lange tijd niets extra kosten’

“Hoe meer wielen ik van de baan kan halen, hoe beter.” Een straffe uitspraak voor een geboren en getogen vrachtwagentransporteur, en toch zet Jo Van Moer, CEO van Van Moer Logistics, overtuigd in op duurzamer intermodaal transport. Vandaag nog in de Benelux, straks wereldwijd.

Als hij bij een grote klus belooft om – for old times’ sake – nog eens zélf achter het stuur van een vrachtwagen te kruipen, vinden de planners bij Van Moer Logistics op slag twintig chauffeurs extra. Jo Van Moer wordt graag gezien door zijn mensen. En dat gevoel is wederzijds. 

Van Moer: “Als ik hier ’s ochtends de parking op rijd, springen er steevast enkele ‘anciens’ uit hun cabine om ‘een klapke’ te doen. Ik sta graag zo dicht bij mijn mensen. Ik wéét ook wat het is om hun job te doen. Zelf reed ik jaren met de vrachtwagen rond. Ook vandaag durf ik nog wel eens stiekem te rijden voor een van onze grootste klanten. Dan merk je hoe weinig plaats je soms hebt om te lossen, hoe druk het is op de baan… En onderweg word je niet altijd even graag gezien, terwijl er best wat meer respect mag zijn voor chauffeurs. Denk maar aan de voorbije coronaperiode: we reden toen dag en nacht. Het transport van rollen karton voor de e-commerce en pakken toiletpapier voor de hamsterende consument boomde.” lacht Jo Van Moer.

Maar ook u haalt, als u kunt, graag zoveel mogelijk trucks van de baan?

“Dat is de enige manier om duurzaam te groeien. Ik ben gestart als vrachtwagentransporteur, maar zag al snel in dat het een zeer moeilijke sector was. De activiteiten uitbreiden, met warehousing en logistiek, hielp, maar dat veranderde niets aan de fileproblematiek: de vrachtwagens staan haast net zo lang stil als dat ze rijden. En ondertussen stoten ze heel wat CO2 uit. Als je dat kunt vermijden, waarom zou je dat dan niet doen? We zetten daarom steeds vaker in op binnenvaart. In 2013 kochten we onze eerste inland-containerterminal in Grimbergen en daarna ook onze eigen schepen.”

We groeiden intussen uit tot een one stop shop-terminal voor chemische tankcontainers. Dat bespaart tijd én kilometers.

Wint binnenvaart aan populariteit?

“Ook vroeger werd er al naar ‘groenere logistiek’ gevraagd, maar het mocht lange tijd niets extra kosten. Men koos dan toch steeds voor de weg omdat dat goedkoper was. De laatste jaren zien we dit eindelijk veranderen en scoren we inderdaad met ons intermodaal verhaal. Onlangs overtuigden we er nog een nieuwe klant mee. Binnenkort doen we voor hem het voortransport met ‘dual fuel’-waterstoftrucks, om daarna de containers – mét elektrische vorkliften – over te laden en per binnenschip verder te vervoeren. Zo zullen we bijna 50 procent CO2 besparen en duizenden trucks van de Antwerpse ring halen. Eigenlijk is er nog meer milieuwinst, want tot voor kort deden we op de containerterminal enkel import: er kwamen volle containers aan, die weer leeg naar de haven van Antwerpen moesten. Nu we ook export doen, gaan die containers weer gevuld terug. En hoe minder lucht we vervoeren hoe beter, natuurlijk.” legt Jo Van Moer uit.

Jullie testen die ‘dual fuel’-waterstoftrucks nog volop. Wat vindt u ervan?

“De tests gebeuren in samenwerking met de internationale ontwikkelaar voor waterstofoplossingen CMB.TECH, die de truck ontwierp om er lessen uit te trekken voor de scheepvaart. De ‘dual fuel’-functie is enorm interessant. Jammer dat er maar zo weinig vrachtwagenconstructeurs voor kiezen. Natuurlijk is het doel om 100 procent op waterstof te rijden, maar een rit is altijd onvoorspelbaar, er kunnen files of omleidingen zijn. Dankzij de dieselreserve hoef je je dan geen zorgen te maken dat je zonder brandstof valt en ondertussen kun je toch al tot 80 procent CO2 besparen. Vandaag doen we onder meer testritten voor Delhaize, maar voor stadsverkeer vind ik deze oplossing niet de beste. Dat zal eerder 100 procent elektrisch worden. En ook andere klanten staan te popelen: zo wil Ineos de truck inzetten voor zijn transport van het Ruhrgebied naar Antwerpen. Een goede 450 kilometer aan een tamelijk constante snelheid? Dat is ideaal!”

Jo Van Moer

Wat biedt het meeste milieuwinst: groene kilometers of minder kilometers?

“Ach, je wilt niet weten hoeveel trucks er leeg rondrijden. Dan mogen ze nog zo weinig uitstoten, het blijven zinloze kilometers. Dat was alvast dé voornaamste reden waarom we onlangs Group Van Loon, een van onze grootste concurrenten in de tankcontainerlogistiek, overnamen. Hij zat op de Antwerpse rechteroever, ik op de linkeroever. En nu zit ik op beide oevers (lacht). Dat bespaart ons al heel wat verplaatsingen. We groeiden intussen ook uit tot een one-stop-shop-terminal voor chemische tankcontainers. We lossen, stockeren, reinigen en herstellen die tanks allemaal op één locatie, waardoor we tijd en kilometers besparen. Dit concept willen we graag internationaliseren, zodat we onze chemieklanten kunnen volgen naar waar ze gevestigd zijn.”

Vindt u nog wel voldoende handen om al dat werk te verzetten?

“Eerlijk? Het is een drama! Er is bakken werk, maar ik heb geen mensen. Er staan zo’n 300 vacatures open, voor chauffeurs, maar ook voor magazijniers en heftruckbestuurders. Ik vind ze niet! De hele sector kampt met dat probleem. We besloten onlangs dan ook om de Van Moer Academy op te richten, om zo gemotiveerde mensen zonder de juiste skills of de nodige ervaring intern op te leiden voor de job. En zelfs op dit vlak helpen onze groene inspanningen een beetje: zeker jonge profielen hechten veel belang aan het ecologische karakter van hun bedrijf. Wel, dan zitten ze hier – verrassend maar waar – op de juiste plek.” vertelt Jo Van Moer.

Smart
fact

Naast ondernemer bent u ook wielersponsor en voetbalbestuurder. Waarvoor klopt uw hart het meest?

“Deze zaak is mijn passie – of beter gezegd, onze passie, want er mag dan wel overal ‘Van Moer’ op staan, ik heb dit bedrijf samen met mijn vrouw Anne Verstraeten opgericht. Onderweg hebben we veel zwarte sneeuw gezien: het eerste anderhalf jaar woonden we in een caravan, daarna boven de bureaus, een paar jaar later zagen we ons gloednieuw magazijn mét woonst in vlammen opgaan, en tien jaar later duwde de financiële crisis ons bijna kopje-onder. Maar telkens knokten we ons weer naar boven. Geloof mij, dat lukt je niet als je hart er niet in ligt.”

14.09.2022
door Kim Beerts
Vorig artikel
Volgend artikel