Interview door Birgit Van de Wijer

Filip Peeters: ‘Er is maar een ding dat telt en dat is content’

Dat de Belgische film boomt, is algemeen geweten en daar mogen we zeker fier op zijn. Volgens Filip Peeters zijn het de tax shelter en de professionalisering van de sector die de Belgische film populair maakten. Zo wil hij ook zichzelf nu opnieuw uitvinden.

Dat de Belgische film boomt, is algemeen geweten en daar mogen we zeker fier op zijn. Volgens Filip Peeters zijn het de tax shelter en de professionalisering van de sector die de Belgische film populair maakten. Zo wil hij ook zichzelf nu opnieuw uitvinden.

Zich uitgebreid verontschuldigend omdat hij te laat is – zijn fiets liet het afweten – wandelt Filip Peeters restaurant Baràbas in Boechout binnen. “Mooie zaak, hé! Jammer genoeg is de horeca een bikkelharde wereld van kleine winstmarges, problemen met personeel en keihard werken”, vertelt Filip Peeters die vroeger zelf actief was in die sector. Ook in de filmwereld is het knokken om succesvol te zijn. Een studie van de UGent toonde aan dat maar liefst 92 procent van de acteurs er niet van kan leven en moet bijklussen.

Hoe verklaar je dat de Belgische filmindustrie nog altijd zo’n succes kent?

“Dat succes is te danken aan verschillende factoren. De tax shelter maatregel is zeer belangrijk geweest, omdat het bedrijven de kans geeft in film te investeren in ruil voor belastingaftrek. Het heeft een waanzinnige financiële impuls gegeven en België aantrekkelijk gemaakt voor buitenlandse producenten. De oprichting van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) in 2002 heeft zeker ook bijgedragen. Het zorgde voor een professionalisering van de sector en daardoor voor meer en betere films. Ook Flanders Image, het promotieteam van de Vlaamse film op de internationale markt, levert fantastisch werk.

Last but not least heeft Vlaanderen, en België in het algemeen, een ongelofelijk arsenaal aan talent in huis, in alle departementen, van scenario over kostuum, camera en techniek, acteurs, regisseurs tot de post-productie. Ik heb dus alle vertrouwen in de toekomst. Al zijn de uitdagingen niet te onderschatten. Het is immers aartsmoeilijk om het publiek nog naar de bioscoop te lokken. De mensen hebben thuis zo’n groot filmaanbod en als ze een pintje willen halen, duwen ze gewoon de pauzeknop in.”

Wat is jouw rol hierin?

“Mijn streefdoel is om beklijvende, kwalitatieve fictie te maken. Een heleboel staat of valt met het scenario. Als filmacteur sta je daar ten dienste van. Goede scenaristen zijn dus broodnodig. Daar is nog werk aan de winkel want in verhouding tot het aantal uitgebrachte films, zijn ze nog te dun bezaaid. En zonder goed verhaal heb je nooit een goede productie. In de jaren 70 en 80, voor de komst van VTM, waren scenaristen zelfs pioniers. Dat beroep bestond gewoonweg niet. Een scenario schrijven is echt vakmanschap en dat leer je niet van vandaag op morgen.”

Na de periode van 'sixpack'-rollen, speel ik daarom nu eerder die van een bezadigd man

De Belgen zijn bekend om hun bourgondische levensstijl. Ben jij ook een Bourgondiër?

“Absoluut! Dat kan ik niet verstoppen, vandaar mijn postuur. Maar het is ook omdat ik met zoveel toewijding een rol speel en er helemaal in opga (schiet in een luide lach). Na de periode van ‘sixpack’-rollen, speel ik daarom nu eerder die van een bezadigd man.”

Je hebt ook voor kok gestudeerd, hoe ben je eigenlijk acteur geworden?

“Wat moet je in godsnaam worden als je 17, 18 jaar bent? Vreselijk moeilijk en tegelijk zo bepalend voor de rest van je leven. Omdat ik die beslissing wat voor me uit wilde schuiven, leerde ik voor kok. Iedereen verklaarde me gek, maar ik kook nu eenmaal graag (lacht).

Het idee om te acteren kreeg ik dankzij mijn vijf jaar oudere broer Yo. Hij was een kunstminnend performer en nam me dikwijls mee naar het theater en concerten. Op een dag las ik in de krant dat producent Jan Van Raemdonck De Leeuw van Vlaanderen zou verfilmen. Ik belde alle Van Raemdoncks uit het telefoonboek en kwam uiteindelijk bij zijn huishoudster terecht die me het nummer van zijn productiehuis Kunst en Kino gaf. Toen ik nadien uitgenodigd werd voor een gesprek, vroeg Hugo Claus me of ik kon paardrijden en zwaardvechten. ‘Als de beste’, antwoordde ik. Ik sprong op de tafel en… kreeg de rol. Later in de schminkruimte, raadde Julien Schoenaerts me aan om naar Studio Herman Teirlinck te gaan. En als de grote Julien Schoenaerts dat tegen je zegt, dan doe je dat toch zeker!”

Je hebt aangegeven minder te gaan acteren. Hoe zien je toekomstplannen eruit?

“Met mijn productiehuis LOOK@LEO werken we aan het scenario voor een serie, maar de weg is nog lang. We mikken op de zomer van 2019 om te draaien. Ik kan er nog niet veel over kwijt, alleen dat het een mix wordt van een policier en een coming of age-verhaal, en dat het over de relatie tussen zoon en moeder gaat. Ik wil me nu vooral focussen op mijn productiehuis. Binnen een paar jaar kan ik me dan terug op het veld begeven om me te amuseren als acteur of als regisseur. Misschien liever als regisseur, want ik vond dat een zeer aangename bezigheid. Het verschil tussen een regisseur en een acteur is dat de ene speelt en de andere werkt. Als regisseur ben je verantwoordelijk voor het hele project en dat geeft een enorme voldoening.”

Er gaan ook geruchten dat je in de politiek zou stappen? Komt dat vanuit een behoefte om bij te dragen tot het algemeen belang?

“Absoluut. Als je niet tevreden bent met het beleid, zijn er twee mogelijkheden. Of je gaat zitten kniezen en zeuren op café, of je probeert er iets aan te doen. Wat ik spijtig genoeg wel al gemerkt heb, is dat – als je je nek uitsteekt – men je gaat intimideren en men op de man gaat spelen. De oude machtspolitiek zeg maar, die zich vooral bezighoudt met verkiezingen en het bestendigen van de macht. Terwijl het toch allemaal hoort te draaien om het algemeen belang.

Bij ons in het dorp zijn er veel mensen ontevreden over de bouwwoede en het gebrek aan transparantie. Omdat ik het zelf heel belangrijk vind om de ziel en de identiteit van ons dorp te bewaren, wil ik daar graag met volle goesting mijn schouders mee onder zetten. Meer is er voorlopig niet aan de orde. Momenteel is mijn productiehuis mijn prioriteit: mooie, kwalitatieve, universele projecten maken, die eventueel een internationale carrière kunnen hebben.”

Zodat België fier kan zijn op je producties?

“Inderdaad, dat is zéker de bedoeling.”

Smart
fact

Als je geen acteur geworden was, was je kok gebleven?

”Misschien. Of Gentil Organisateur (GEO) bij de Club Med (lacht smakelijk). Ik heb dat nooit gedaan, ik ben zelfs nooit in zo’n Club op vakantie geweest. Nee, nu ik erover nadenk, dat is niks voor mij zo de hele dag watersporten en salsa dansen.”

22.02.2018
door Birgit Van de Wijer
Vorig artikel
Volgend artikel