Interview door Benjamin Van Synghel

Dirk Buyens: ‘De fysieke werkplek blijft belangrijk’

De moderne werkvloer zal goed zijn, of zal niet zijn. Anders ben je kansloos in de war for talent. Hr-expert Dirk Buyens (Vlerick en Great Place to Work) houdt dat alles nauwgezet in het oog. ‘De werkgever beseft goed genoeg dat hij zijn werknemers nodig heeft. En dat dat ménsen zijn.’

De Gentse campus van de Vlerick Business School is al bijna 100 jaar een baken van kennis en educatie. Alleen de onderwezen onderwerpen zijn mettertijd wat veranderd. Een kwarteeuw geleden nog passeerden vooral thema’s als moraaltheologie en de evangeliën de revue. Vandaag zijn dat opleidingsdomeinen als Operations & Supply Chain Management of Accounting & Finance. Tot 2002 huisde in dit complex namelijk het Grootseminarie. “Op het einde zat hier nog maar een handvol kandidaat-priesters, maar ze hadden wel doorgroeimogelijkheden. Hun kans om paus te worden was groter dan ooit”, grapt Dirk Buyens.

Die knipoog naar de afnemende interesse in kerkelijke carrières is een opstapje naar ’s mans expertise. Hij kent wat van carrières, arbeidsmarkten en werkvloeren. Buyens is al 35 jaar expert human resources bij Vlerick. Dat combineert hij al 20 jaar met zijn functie als CEO van Great Place to Work, een onderzoeks- en adviescentrum dat bedrijven ondersteunt om de beste werkomstandigheden te ontwikkelen. De organisatie staat vooral bekend om haar jaarlijkse bevraging bij de werknemers van deelnemende bedrijven. Wanneer we elkaar treffen op de campus, is de recentste editie net afgerond. En de resultaten zijn bemoedigend. “Het vertrouwen van de werknemers in de bedrijven zit nu weer op het pre-coronapeil”, zegt Buyens. “En er wordt veel geëxperimenteerd met hybride werken. Dat is ook nodig, want de omstandigheden en verwachtingen zijn echt wel veranderd.” 

Veel werknemers pendelen liever niet dagelijks naar kantoor. Krijgen ze hun zin?

“Dat wordt een kwestie van evenwicht. Werkgevers en werknemers moeten daar nu naar op zoek. Tijdens corona leerden we thuiswerken, maar dat was in een laboratoriumsetting. Heel de wereld lag plat, we konden niet anders. Dat heeft een kentering ingezet qua hybride werken, maar willen de bedrijven wel dat iedereen thuis werkt? De Amerikaanse big tech roept ook werknemers terug. Zij zien creatie en innovatie ontstaan door spontane, operationele verbindingen. Je stapt met een collega uit de lift, raakt aan de praat en komt plots tot een nieuw idee. De fysieke werkplek blijft belangrijk, zeker ook voor nieuwe werknemers. Tijdens corona zagen we velen van hen snel weer vertrekken, omdat het maar niet lukte om zich in het bedrijf in te passen.”

Great Place to Work bestudeert werkgevers die zichzelf daarvoor inschrijven. Zij zijn dus al bezig met het thema, maar er zijn ook andere bedrijven. Hoe gaat het vandaag op de gemiddelde Belgische werkvloer?

“We zien dat Belgische werknemers relatief lang bij dezelfde organisatie blijven werken, dat is altijd een goed teken. Maar uiteraard zit er variatie op. Soms zie je ook excessen. Kijk naar Plopsa, waar de CEO werd ontslagen na klachten over toxic management. Gebrek aan respect, roepen en tieren, dat kan vandaag echt niet meer. Ik ben blij dat die verhalen naar buiten komen en dat ze worden gecorrigeerd.”

Werkgevers moeten toch een beetje consequent zijn, in goede en in slechte tijden. Hoe kan je anders loyauteit verwachten van je mensen?

Niet roepen, niet tieren. Wat heeft een bedrijf anno 2023 nog nodig om een goede werkgever te zijn?

“Er is een enorme roep naar zingeving, naar purpose. Werk moet iets betekenen. Dat geldt voor alle sectoren. Daarnaast is vertrouwen een belangrijk element. Je hebt een oprechte vertrouwensrelatie nodig. Neem nu Delhaize (dat wil alle eigen winkels overlaten aan zelfstandigen, nvdr). Als je de cao overboord gooit, is het niet verwonderlijk dat het personeel revolteert. Dan moet je niet verkondigen dat je één grote familie bent. Werkgevers moeten toch een beetje consequent zijn, in goede en in slechte tijden. Hoe kan je anders loyauteit verwachten van je mensen?”

Kan de werkgever ook inzetten op geluk? U gelooft filosoof Alain de Botton wanneer hij zegt dat werk mensen gelukkig moet maken.

“Daar ben ik van overtuigd, maar vergis je niet, dat is geen naïviteit maar net een harde boodschap. Als ik vanavond aan mijn vrouw vertel dat mijn baas een lul is, dan zal ze luisteren. Morgen en overmorgen misschien ook nog, maar dat blijft niet duren. Na een tijdje zal ze me vertellen dat ik er iets aan moet doen, in plaats van erover te zeuren. Als je je in dergelijk ongeluk blijft wentelen, kom je in de problemen.”

werkgever

Misschien zitten we al in de problemen? Het langdurig ziekteverzuim met burn-outs en depressies is torenhoog in ons land.

“Dat klopt. Dit ligt gevoelig, maar… (Denkt na). Uiteraard geloof ik in het bestaan van burn-outs. Ik heb zelf al gezien hoe ernstig dat kan zijn. Maar ik hoor en zie ook andere verhalen, waarin mensen er de kantjes vanaf lopen. Tegenwoordig behandelen we een burn-out als een griepje: thuisblijven tot je beter bent. Maar is dat altijd de juiste oplossing? Is het soms niet beter om twee dagen per week toch te werken? Want het werk is nooit de enige aanleiding. Het persoonlijke leven is daar vaak de belangrijkste factor in. Vandaag trekt de werkgever in zulke situaties het boetekleed aan, maar die is niet altijd dé schuldige. Ik vind dat geen eerlijke benadering.”

U zit al decennia in deze stiel. Hoe hebt u onze werkplekken zien evolueren?

“Werknemers en werkgevers staan vandaag veel dichter bij elkaar. Dat heeft te maken met algemene beleefdheids- en interactievormen. Dat zie je ook in hoe we opvoeden. Vroeger moesten de kleintjes zwijgen als de grote mensen spraken. Dat is vandaag anders. Op de werkvloer geldt hetzelfde. Inspraak, dat in de jaren 70 voorzichtig werd ingevoerd, is een fundamenteel recht geworden. Mensen mogen zich laten horen en zien. Uiteraard is er nog een tegenstelling tussen arbeid en kapitaal. Maar de werkgever beseft vandaag heel goed dat hij zijn werknemers nodig heeft. En dat dat ménsen zijn.”

Smart
fact

Als u geen hr-expert was geworden, wat dan wel?

“Marktkramer. Lang geleden stond ik als vakantiewerk aan een gigantisch groente- en fruitkraam. Zodra alles was opgesteld hadden we één doel: zoveel mogelijk verkopen. Want dan moesten we minder overschot opnieuw in de camionette laden. Ik vond de directe omgang met de mensen heel fijn. Dat heeft lang in mijn achterhoofd gezeten: als het ooit allemaal tegenvalt, ga ik terug naar de markt.”

24.05.2023
door Benjamin Van Synghel
Vorig artikel
Volgend artikel