Aan de vooravond van Industrie 4.0
Herinneren we ons allemaal de film Terminator 2 waarin Arnold Schwarzenegger als futuristische machine terug in de tijd gestuurd werd? Machines hadden onze wereld overgenomen. Wel, die film speelde zich af in 2029. Dat is over elf jaar…
Industrie 4.0
Zo’n vaart als in Terminator zal het wel niet lopen, maar toch staan we aan de vooravond van de vierde industriële revolutie, ook wel Industrie 4.0 genaamd. Slimme machines en materialen, technologie, digitalisering en (massa)data vormen samen de ronkende motor van die moderne revolutie. “Bedrijven die zich niet aanpassen, dreigen kopje-onder te gaan.”
Aan het woord is Wim Coreynen, onderzoeker aan de Antwerp Management School. Op het moment dat we hem bellen is hij net op een congres in Kopenhagen waar de nieuwste industrietrends worden voorgesteld. Coreynen stelt dat Industrie 4.0 de overkoepelende term is voor verschillende technologieën die de industrie in toenemende mate gebruikt.
“De inzet voor supply chain management is dat de productie en levering effectiever en efficiënter zal worden.” Hij merkt op dat men vroeger vooral naar de back end keek, hoe men het product beter kon maken, maar er is een duidelijke verschuiving naar de front end: “Ook daar innoveert en digitaliseert men volop waardoor men het contact tussen klant en leverancier optimaliseert.”
Digitaliseren en koppelen
Geert Jacobs is expert in innovatie binnen AGORIA, de federatie van bedrijven van de Belgische technologische industrie. “Digitaliseren en koppelen zijn de toverwoorden van Industrie 4.0”, weet Jacobs. “Zoveel mogelijk elementen van het productieapparaat digitaal aan elkaar koppelen, zowel horizontaal als verticaal.” Met horizontaal bedoelt Jacobs dat men machines met elkaar koppelt, maar ook dat bedrijven digitaal gaan koppelen met leveranciers en klanten.
Zo raakt je stock bijvoorbeeld nooit uitgeput. Een mooie optimalisatie van de supply chain dus: “De leverancier merkt het tekort digitaal op en men vult het automatisch aan bij de klant. Bestelbonnen zijn verleden tijd. Binnen de supply chain moet men steeds sneller schakelen. Digitalisering biedt de oplossing.”
Maar ook verticaal, binnen het bedrijf, kan zo’n optimalisatie. Jacobs: “Een kleine KMO kan al tegen democratische prijs zijn manier van werken digitaliseren waardoor men de samenwerking tussen planning, administratie, logistiek, productie en transport op elkaar afstemmen. Proactief handelen!”
Binnen de supply chain moet er steeds sneller geschakeld worden. Digitalisering biedt de oplossing Geert Jacobs
Ook Wim Coreynen ziet in de digitalisering de grootste trend binnen Industrie 4.0, maar hij stelt: “A fool with a tool is still a fool”. Daarmee bedoelt hij dat je als bedrijf goed moet nagaan welk type technologie past bij de strategie van je bedrijf. “Binnen een stabiele markt heb je misschien minder nood aan die digitalisering. In een meer dynamische omgeving moet je proberen je concurrenten te overstijgen en technologie is het middel bij uitstek. Alleen is er voorlopig nog een gebrek aan kennis, interpretatie en het leggen van de juiste prioriteiten bij de bedrijven. Dat moet groeien.”
Geert Jacobs beaamt: “Laat je adviseren. Doe het niet alleen, laat je omringen door een portfolio van strategische en technologische providers. Bouw een intern team uit dat wendbaar en flexibel is om ermee om te gaan. Digitaliseer niet om te digitaliseren. Maar ga voor een gerichte aanpak en focus op bepaalde doelstellingen.”
Data, brandstof van de digitalisering
De brandstof van die digitalisering binnen Industrie 4.0 zal data worden. “Bedrijven beseffen nu pas dat ze op een berg data zitten”, vertelt Coreynen. “Ze weten echter onvoldoende wat ze ermee moeten aanvangen. Het Britse nieuwsblad The Economist schreef dat data zelfs de olie van de 21ste eeuw worden.”
De mogelijkheden zijn alvast legio. Kijk maar naar de analyses die men maakt bij Netflix. Door je kijkgedrag te analyseren, verzamelen ze een massa aan gegevens: “Als je series voorgesteld krijgt, is dat op basis van je interesses, wat leidt tot een betere gebruikservaring.”
“Bedrijven weten nog te weinig welke data nuttig zijn”, besluit Jacobs. “Het is beter om tien procent van je data nuttig te gebruiken dan om alles gewoon lukraak bij te houden en in te zetten.”