geld
Business

Rudy Aernoudt: Slim(mer) omgaan met geld

31.10.2019
door Fokus Online

Geld werd in de economie ingevoerd als ruilmiddel. Het moest de economische transacties vergemakkelijken. Maar geld werd, door haar universeel karakter, al vlug een oppotmiddel.

Bron van inkomsten

Door de invoering van de interesten – geld mocht oorspronkelijk geen geld baren gezien de tijd, basis voor de interestberekening, aan God toebehoorde – nam geld er een derde functie bij: een bron van inkomsten. Sommige mensen leefden uitsluitend van de inkomsten van hun geld. Renteniers noemden wij ze. Maar ook mensen met een arbeidsactiviteit konden gemakkelijk bijkomend inkomen puren uit geld.

In piekjaar 1982 gaf de Belgische Staat obligaties uit op zeven jaar aan 14 procent. Een bedrag van 100.000, toen nog in Belgische frank, werd 114.000 op het einde van het jaar. De inflatie bedroeg 8 procent, dus je had 108.000 nodig op het einde van het jaar om dezelfde koopkracht te hebben. Netto had de belegger een winst van 6.000 per jaar of 500 per maand. 100.000 à 14 procent werd na zeven jaar nominaal 250.000; of uitgedrukt in koopkracht, 150.000. Mooi meegenomen. De belegger werd al slapend zeer rijk.

Bergaf met interest

Sindsdien ging het met de interest steeds bergaf. Geld vervulde steeds minder haar derde functie. De interesten op een klassiek spaarboekje leunen dicht aan bij de nulgrens en de inflatie bedraagt ongeveer 1,5 procent. Dat betekent dat wie geld op die manier belegt jaarlijks 1,5 procent armer wordt. Dezelfde 100.000 is nu na zeven jaar, ceteris paribus, nog 89.960 waard. De 278 miljard die nu op spaarboekjes staat, zal binnen zeven jaar – rekening houdend met een nulinterest en een inflatie van anderhalve procent – 249 miljard waard zijn. Met andere woorden, 29 miljard zal zijn verdampt.

Kan het nog erger?

Ja, het kan. In Zwitserland of Duitsland wordt er nu al interest betaald om zijn geld aan de bank te mogen toevertrouwen. Christine Lagarde, de nieuwe topvrouw van de Europese Centrale Bank, kondigde al aan het soepel monetair beleid te zullen verderzetten. Dus het kan nog dieper gaan. Hoe diep? We kunnen alleen maar gissen. Ooit, voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, bedroeg de interest in Zwitserland 40 procent. De belegger wordt nu al slapend armer.

Geld beleggen heeft een optimale afweging nodig tussen risico en rendement.

Voorzorgmiddel

Is het dan beter om geen geld te hebben? Nee, want geld heeft nog een vierde functie, namelijk die van voorzorgmiddel. Ik moet geld ter beschikking hebben tegen dat mijn auto het laat afweten, of om het inschrijvingsgeld voor de school van mijn kinderen te betalen. Of omdat ik nu al weet dat mijn wettelijk – en eventueel aanvullend – pensioen niet voldoende zal zijn om een behoorlijke levensstandaard te behouden. Alles vlug uitgeven is dus ook geen optie.

Hoe geraak ik uit dat dilemma? Wel, ik moet slim omgaan met mijn geld. Mijn geld beleggen waarbij een optimale afweging wordt gemaakt tussen risico en rendement. Dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. En precies daarom is een FOKUS als deze essentieel. Ik wens jullie veel lees- en leergenot voor deze interessante en nuttige – utile et dulci – lectuur.   

Vorig artikel
Volgend artikel