duurzaamheid
Milieu

Retail heeft belangrijke rol bij duurzaamheid

01.02.2023
door Lieven Desmet

Steeds meer retailers dragen duurzaamheid hoog in het vaandel. Deels uit strategisch oogmerk, deels uit noodzaak om de kritische consument te volgen. Al mag dat voor die laatste niet te duur of te moeilijk zijn, analyseert Els Breugelmans (KU Leuven), gespecialiseerd in retailmarketing.

De hoge inflatie en dure energie dwingen huishoudens om hun uitgaven kritischer tegen het licht te houden. Uit een internationale enquête van ING blijkt dat bijna 9 op de 10 Belgen maatregelen nemen om hun energieverbruik te verminderen en dat 6 op de 10 ook de komende maanden willen besparen op dagelijkse uitgaven zoals voeding. “De hoge inflatie zorgt voor een verhoogde alertheid bij de consument op het vlak van prijs, en voor een druk op de marges voor de retail”, zegt professor Els Breugelmans. 

“We zagen het al in China op Singles’ Day (11 november) en ook de verkoop in de fysieke winkels was op Black Friday (25 november) gematigder.” Dat heeft vooral te maken met de inflatie, waardoor mensen meer moeten betalen voor dezelfde spullen. Volgens Els Breugelmans speelt ook de hang naar meer duurzaamheid een rol. “Die verhoogde focus op duurzaamheid is zowel bij de retailers als bij de consument aanwezig. Een aantal winkelketens in ons land nam openlijk afstand van de overdreven koopwoede en zulke acties versterken de trend van ‘consuminderen’ die opgang maakt.”

Het succes van tweedehands- en kringwinkels spreekt boekdelen. Was tweedehands vroeger iets voor mensen met een beperkt budget, dan is het vandaag een hippe pleisterplaats voor de jonge consument. Tegelijk is die consument ook een beetje schizofreen. “Enerzijds shopt die online bij internationale fastfashionwinkels met soms bedenkelijke reputaties. Anderzijds koopt diezelfde consument bij de tweedehandszaak uit duurzaamheidsoverwegingen.” 

De hoge inflatie zorgt voor een verhoogde alertheid bij de consument op het vlak van prijs.

- Els Breugelmans, KU Leuven

Of neem initiatieven als Too Good To Go, een (mobiele) applicatie die klanten in contact brengt met restaurants en winkels die een overschot aan onverkocht voedsel hebben. Zo speelt het in op de trend naar minder voedselverspilling. “Soms ten koste van de kwetsbaardere consument die niet sterk is in het hele online- en app-gebeuren. Of de Voedselbanken die zo hun aanbod zien dalen”, merkt Els Breugelmans op als saillant detail. “Onderliggend is het natuurlijk goed dat retail zich opwerpt als bewuste speler. Producten weggooien die er net iets anders uitzien dan de norm of die de houdbaarheidsdatum naderen is absurd.” 

Retailers hebben volgens professor Breugelmans dan ook een belangrijke rol te spelen. “De consument weet soms niet beter. Bij het shoppen is prijs een zeer grote factor, zeker nu. En hoewel de consument best wil meegaan in het streven naar duurzaamheid, mag het tegelijk allemaal niet te veel tijd en moeite kosten. Dat is een wel heel precaire evenwichtsoefening. Duurzaam wordt vaak – ten onrechte – geassocieerd met duurder.”

Onderzoek van ngo’s en milieuorganisaties over de duurzaamheidspogingen van supermarkten toont aan dat er nog veel ruimte is voor verbetering. De zogeheten Superlijst Milieu kijkt onder meer naar hoe de grote ketens omgaan met zaken als het stimuleren van duurzame landbouw of het verminderen van vleesconsumptie. Zo is minder vlees eten cruciaal om de milieu-impact van ons eetpatroon te verkleinen. Maar is amper 4 procent van de onderzochte kant-en-klaarmaaltijden volledig plantaardig. Ook in de rapportering is er te weinig transparantie over de oorsprong, het vervoer of de teeltwijze van de verkochte producten. 

Supermarkten beginnen wel actie te ondernemen om voedselverspilling tegen te gaan, aldus Superlijst Milieu. Maar duidelijke definities of meetbare doelstellingen ontbreken vaak. “Het leert me vooral dat het voor iedereen een vrij recent fenomeen is”, zegt Els Breugelmans. “En het is de verantwoordelijkheid van vier spelers in het hele verhaal. Het begint bij de fabrikant die zijn processen, zoals verpakkingen, moet aanpassen. Retailers beslissen uit welk aanbod de consument kan kiezen. De overheid moet dan weer helpen de consument te informeren. Maar, ook de consument heeft een verantwoordelijkheid. Veranderingen en aanpassingsgedrag kosten tijd.”

Vorig artikel
Volgend artikel