intellectuele eigendom
Legal

Waarom intellectuele eigendom het beschermen meer dan waard is

Bedrijven geven vaak veel geld uit aan een branding, nieuwe designs of een uitvinding om die daarna niet te beschermen met bijvoorbeeld een octrooi- beter gekend als patent – of merk. Dat is een gemiste kans want deze innovaties, die vaak gepaard gaan met intellectuele eigendom, hebben dus wel degelijk een waarde en de bescherming ervan is commercieel gezien zeker een goed idee.

Intellectuele eigendom wordt gedefinieerd als een verzamelnaam van rechten op uitgewerkte ideeën. “Het gaat dus niet om een voorwerp zelf (pakweg een auto of een machine) maar puur om de creatie ervan”, zegt Annemie Hautekiet, die zich bij het Enterprise Europe Network bezighoudt met intellectuele eigendom. “Een typisch voorbeeld is de naam van een onderneming of van één van haar producten. Dan kom je op het terrein van het merkenrecht. Wil je een nieuwe uitvinding of een nieuw procedé beschermen, dan heb je te maken met octrooirecht. Daarnaast bestaan er nog heel wat andere soorten rechten. Auteursrechten die bijvoorbeeld foto’s en teksten kunnen beschermen of tekening- en modelrechten voor designs van producten, of zelfs kwekersrechten, waarmee je nieuwe soorten planten kunt beschermen. Intellectual property is dus een gereedschapskist met veel tools erin.” 

Waarom het beschermen van intellectuele eigendom van groot belang is voor bedrijven, ligt natuurlijk voor de hand. Op die manier vermijden ze immers dat concurrenten zaken gaan kopiëren waar ze veel tijd, geld en inspanningen hebben ingestoken. “Maar ook als je als ondernemer geen interesse hebt om bepaalde zaken te gaan beschermen, loont het toch vaak de moeite om je erin te verdiepen”, zegt Annemie Hautekiet.

“Voor je een nieuw idee echt gaat uitwerken, is het niet slecht om bijvoorbeeld al eens te controleren of het misschien al niet bestaat of dat het door iemand anders beschermd werd. Stel dat je, na veel noeste arbeid, een nieuw product lanceert en twee dagen later krijg je een brief in de bus van een concurrent waarin die eist dat je het van de markt haalt omdat je zijn octrooien hebt geschonden. Dat is toch wel het laatste dat je als ondernemer wil meemaken. Dat kost je meer dan enkel serieuze imagoschade. In het slechtste geval worden dergelijke zaken zelfs voor de rechter uitgevochten. Nu zijn dat – gelukkig maar – de absolute uitzonderingen. Meestal wordt er wel een minnelijke schikking uitgewerkt.” 

Meer omzet, een hoger salaris

Over het algemeen besteden Belgische ondernemers nog te weinig tijd en moeite aan hun intellectuele eigendom, en dat is jammer. Momenteel bezit minder dan 9 procent van alle kmo’s in de EU geregistreerde intellectuele eigendomsrechten, zo blijkt uit cijfers van het European Union Intellectual Property Office. Voor de bedrijven die ze wel hebben, maken ze echter een groot verschil. Kmo’s mét intellectuele eigendomsrechten, zoals octrooien, geregistreerde modellen of merken, hebben per werknemer een 68 procent hogere omzet dan bedrijven die niet zulke rechten bezitten en de salarissen van hun werknemers zijn hoger.

“Zeker bij kleine en middelgrote ondernemingen doen enkele hardnekkig clichés over intellectual property de ronde”, zegt Annemie Hautekiet. “Dat het peperduur zou zijn bijvoorbeeld. Of dat het enkel nut heeft voor grote multinationals. Dat klopt niet. Elk bedrijf heeft wel zaken in huis die het waard zijn om beschermd te worden. En zeker niet alles is onbetaalbaar.”

Wil je een nieuwe uitvinding of een nieuw procedé beschermen, dan heb je te maken met octrooirecht.

Beschermingsstrategie

Het beschermen van je intellectuele eigendom is dus zeker een goed idee. Maar hoe begin je daaraan? “De eerste vraag die je je moet stellen, is welke aspecten van het intellectuele eigendomsrecht voor jou belangrijk zijn”, zegt Annemie Hautekiet. “Spreken we over octrooirecht, merkenrecht of nog iets anders? Dat wijst je al in de richting waar je moet gaan zoeken of een bepaalde naam of uitvinding nog vrij is of al bestaat. Op het internet bestaan er heel veel octrooidatabanken en merkregisters waar je volledig gratis in kunt grasduinen. Je kan zoeken op trefwoorden, aanvrager,… Bij merken kan je je zelfs zoeken op afbeeldingen, om zo ook logo’s gemakkelijker te vinden.”

Daarna volgt een tweede belangrijke stap. In welke landen ga je je intellectuele eigendom precies beschermen? Die bescherming is immers aan bepaalde territoria gebonden en beperkt in de tijd. “Een wereldwijde bescherming is technisch mogelijk, maar zéér duur”, zegt Annemie Hautekiet. “In de praktijk komt dat dan ook zelden tot nooit voor. Het komt er dus op aan om voor jezelf de relevante territoria te kiezen. De landen waar je je product verkoopt en de landen waar het geproduceerd wordt, zijn alvast goede kandidaten. Door je product te beschermen in de verkoopterritoria kan je alvast vermijden dat daar een concurrent met een gelijkaardig product op de markt komt. Door een bescherming aan te vragen in het land waar het gemaakt wordt, voorkom je dat een andere fabrikant er hetzelfde product gaat produceren.”

China en Amerika

Een bijkomende factor daarbij is dat beschermingen land per land toegekend worden. Een algemene Europese bescherming bestaat nu al voor merken en modellen, maar nog niet voor octrooien. Al wordt daar wel aan gewerkt. Je kunt via de EP-procedure momenteel wel een Europees octrooi krijgen, maar dat valt als het ware weer uiteen in de verschillende landen waar je expliciet bescherming aanvroeg. “Tegen eind 2022 of begin 2023 zou het “unitair octrooi” mogelijk worden. Let wel: dan nog geldt er geen automatische bescherming over alle Europese landen. Want niet alle Europese landen zullen deelnemen”, duidt Annemie Hautekiet.

Naast Europa kunnen bedrijven uiteraard ook in andere werelddelen bescherming aanvragen, bijvoorbeeld via het Amerikaanse of Chinese octrooibureau. “China is wel een beetje een speciaal geval”, zegt Annemie Hautekiet. “Vroeger trokken de Chinezen zich sowieso niet veel aan van copyrights of octrooien, maar dat begint stilaan te veranderen. Het wordt dus meer en meer de moeite om ook in China acties te overwegen, zolang dat voor de fabrikant relevant is, uiteraard. Het is natuurlijk wel zo dat als je in China een inbreuk vaststelt op je rechten, de zaak afgehandeld zal worden via Chinese wetgeving. En die durft nogal eens te verschillen van de rechtspraak zoals wij die in Europa gewend zijn.” 

Een wereldwijde bescherming is technisch mogelijk, maar zéér duur.

- Annemie Hautekiet

Wat kost dat?

Een andere belangrijke parameter die mee zal bepalen hoe uitgebreid (of niet) je als bedrijf een bescherming aanvraagt, is uiteraard de prijs. En laat die nu net niet altijd zo eenvoudig te bepalen zijn. “Voor het pure merkenrecht is het nog vrij ongecompliceerd”, zegt Annemie Hautekiet. “In de Benelux is je merk tien jaar beschermd voor minder dan 250 euro aan taksen. Over de hele EU kost je dat ongeveer 850 euro. Er bestaan online ook calculators waarmee je de taksen gemakkelijk kunt berekenen.”

Spreken we over octrooirecht, dan verandert er wel één en ander. “Bij octrooien doe je immers best een beroep op een octrooigemachtigde om je octrooi te schrijven. De kostprijs hangt dan ook af van hoe je product of proces precies in mekaar zit, hoeveel pagina’s je nodig hebt om de zaken te beschrijven, hoe gedetailleerd je een bepaald proces wil beschermen, enzovoort. Dus meestal is het zo dat hoe uitgebreider je aanvraag is hoe meer je zult moeten betalen. Om toch een idee te geven. Als je je puur tot België beperkt, mag je voor een gemiddelde aanvraag uitgaan van ongeveer 6.000 euro. Maar daar kan dus enorme variatie op zitten. De EU wil dat bedrijven meer octrooien en merk- en modelbeschermingen nemen en heeft daar ook subsidies voor voorzien. Het is dus zeker een goed idee om je hierover te informeren.”

Overigens: door een octrooi aan te vragen, ben je als bedrijf ook wel verplicht om veel informatie over je product vrij te geven. Slimme (of zo je wil: geniepige) bedrijven schuimen dan ook constant die octrooidatabases af op zoek naar producten die ze gemakkelijk en zonder al veel kosten kunnen namaken in een land waar het octrooi niet geldt of vervallen is.

Koekjes van Fotus

Om af te sluiten: stel dat je als bedrijf een goede bescherming hebt genomen, maar op een bepaald moment stel je vast dat een ander bedrijf een gelijkaardig product of een product met een gelijkaardige naam op de markt brengt. Wat dan? “De eerste reflex moet dan zijn om een aangetekende brief naar het bedrijf te sturen”, zegt Annemie Hautekiet. “Vaak gebeuren dat soort inbreuken niet met kwaad opzet, maar door onwetendheid.”

“De kans is groot dat je concurrent zich in orde zal stellen of dat hij bijvoorbeeld een officiële licentie neemt op jouw product. Dat kan natuurlijk ook. Weet trouwens ook dat merkenrechten alleen maar gelden voor het specifieke domein waarin jij actief bent. Zolang er geen verwarring kan ontstaan, is het dus perfect mogelijk dat er een merk Lotus bestaat voor koekjes, voor toiletpapier en voor auto’s. Als er echter morgen een koekjesfabrikant begint met koekjes van het merk Fotus, dan zal die allicht wel een probleem hebben (lacht).” 

21.04.2022
door Fokus Online

In samenwerking met

Het Enterprise Europe Network biedt ondersteuning aan kleine en middelgrote ondernemingen met internationale ambities. Het netwerk is een initiatief van de Europese Commissie en wordt gefinancierd via het Programma voor de Interne Markt (Single Market Programme – SMP). Het doel van het netwerk is om bedrijven te helpen innoveren en internationaal te groeien. Het netwerk is actief in meer dan 60 landen over de hele wereld en verenigt 3.000 deskundigen van meer dan 600 aangesloten organisaties, waaronder kamers van koophandel, universiteiten, onderzoeksinstellingen en regionale organisaties voor ontwikkeling. 

Ontdek meer

Vorig artikel
Volgend artikel