innovatie
Maatschappij

Innovatiebeleid in Vlaanderen: klaar voor de relance?

29.03.2021
door Fokus Online

Innovatie staat zeer hoog op het prioriteitenlijstje van de Vlaamse kenniseconomie. Het huidige innovatiebeleid heeft dan ook zeker zijn verdiensten, maar als we de steile ambities van de Vlaamse regering willen waarmaken, dringen mentaliteitswijzigingen zich op. 

Innovatieleiders

Het Regional Innovation Scoreboard (RIS) van de Europese Commissie beschouwt Vlaanderen als een sterke innovator. Hiermee scoren we net iets minder goed dan de zogenaamde innovatieleiders. Daar wil de Vlaamse regering verandering in brengen. De openlijke ambitie is om Vlaanderen te laten doorstoten naar de top 5 van innovatieve kennisregio’s in Europa. 

Waar die terreinwinst te boeken valt, is een complex vraagstuk. Zo wordt er niet zelden geopperd dat onze innovatiecultuur wat proactiever zou mogen zijn. Innovatie bouwt in Vlaanderen wat te veel voort op wat al aanwezig is. Hierdoor is er weinig ruimte voor disruptieve innovatie, die het aanboren van totaal nieuwe mogelijkheden en technologieën als uitgangspunt neemt. 

Creatieve destructie

Die creatieve destructie wordt door sommigen nochtans beschouwd als de enige manier om op termijn relevant te kunnen blijven in het huidige economische landschap. Gert Verdonck, die voor de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) het innovatiebeleid onderzocht, nuanceert: “Van een kmo, goed voor ruim 90 procent van onze bedrijven, kun je niet zomaar verwachten dat ze zich kunnen klaarmaken voor iets totaal nieuws.” 

Valorisatie

Daarnaast blijkt ook de valorisatie van onderzoek en ontwikkeling een pijnpunt. Innovatie wordt te weinig gericht op de bestaande vraag en vindt hierdoor moeilijk haar weg naar de markt. We slaan met andere woorden te weinig de brug tussen de kennisinstellingen en de ondernemers, waardoor het potentieel soms onderbenut blijft. Uiteindelijk is het immers niet de innovatie, maar wel de valorisatie ervan die welvaart oplevert. 

Het fiscale beleid zit qua visie wel goed, maar het is nog te veel met de handrem erop.

- Leen Ketels, fiscaal advocate

Overheid

Om deze pijnpunten weg te werken wordt er vooral gekeken naar de overheid. “Er is de jongste jaren veel ten goede veranderd. Het Vlaamse beleid, met VLAIO op kop, is voor een stuk verschoven naar de actieve begeleiding van ondernemers”, vertelt Verdonck hierover. “Vergeleken met tien jaar geleden is dat een wereld van verschil.”

Verbetering

Toch is ook hier zeker nog verbetering mogelijk. Een doorlichting van de bestaande fiscale instrumenten, vooralsnog een federale bevoegdheid, toont een verre van rimpelloos verloop. Nochtans beschouwt de internationale innovatiebarometer van Ayming fiscaliteit als het fundament van innovatie op nationaal niveau. “Het fiscale beleid zit qua visie wel goed, maar het is nog te veel met de handrem erop”, vindt fiscaal advocate Leen Ketels. “Het resultaat is een ongelooflijk complexe wetgeving, waardoor de implementatie zeer moeilijk is. Dit staat haaks op een innovatieve cultuur.”

Mentaliteitswijziging bij de fiscus

Ketels pleit daarom voor een mentaliteitswijziging bij de fiscus. “Zij gaan altijd eerst op zoek naar de fouten, waardoor innoverende ondernemers het gevoel krijgen dat ze behandeld worden als fraudeurs.” Ze hoopt dat die focus verlegd wordt. “In plaats van elk detail tot in het onmogelijke te gaan uitpluizen, moet het doel van de wetgeving vooropgesteld worden. Anders zal de overheid een remmende factor blijven.”

innovatie

Instrumentarium inzetten

Hoe dan ook blijft het instrumentarium dat in dit kader ingezet kan worden heel divers. “Of een instrument ‘goed’ is, hangt af van de beleidsdoelstelling en van het type onderzoek en bedrijven”, verduidelijkt Katrien Penne (SERV). Wel is hier een beweging voelbaar naar meer zogenaamde missiegedreven innovatie. Hierbij koppelt de overheid doelgerichte voorwaarden aan steunmaatregelen om innovatie zo te sturen in de richting van wat maatschappelijk relevant is.

Primeren van maatschappelijk belang

In het licht van de vraag naar meer valorisatie is dat laatste zeker niet onbelangrijk. Want hoewel commercialisering logischerwijs belangrijk is, dient het maatschappelijke belang uiteraard steeds te primeren wanneer het gaat om de innovatieagenda. Het bedrijfsleven mag mee aan de knoppen zitten, maar het is aan de overheid om een sturende omkadering te bieden. “Vlaamse innovatieondersteuning richt zich vooral op onderzoek en ontwikkeling en minder op het vermarkten van de innovaties. Dat is een keuze”, besluit Verdonck.

Vorig artikel
Volgend artikel