Arvesta
Agri & Food

Hoe Arvesta mee aan de landbouw van de toekomst werkt

07.04.2022
door Fokus Online

Dat de land-, tuin- en veeteelt – net als heel wat andere sectoren – moet verduurzamen als we de Europese klimaatdoelstellingen van 2050 willen halen, is een zekerheid. Arvesta, actief in veevoeding, land- en tuinbouw en retail, kan en wil daar een belangrijke rol in spelen. De wapens in die strijd – digitalisering, smart farming … – klinken niet meteen als de meest evidente. Maar helpen wel mee om ervoor te zorgen dat alles wat de consument op het bord krijgt een kleinere ecologische voetafdruk heeft. De oplossingen van Arvesta bestrijken letterlijk en figuur het hele veld. Van het zaadje dat ergens in de grond gaat over de duurzame opvolging van teelt, oogst, opslag en verwerking tot eindproduct, productie van gezonde melk en een lekker stukje vlees.  

Eerst en vooral het goede nieuws, want dat mag in dit duurzaamheidsverhaal ook vermeld worden. Onze Belgische voedingsketen is wereldtop in termen van traceerbaarheid en CO2-uitstoot. Wie veilig, gezond en duurzaam wil eten, moet Belgisch eten. “We mogen zeggen dat we meer dan ooit relevant zijn. En dat we daar vandaag volop aan verder werken met onze innovaties”, vertelt Eric Lauwers, CEO van Arvesta. “Inderdaad vanuit de overtuiging dat we een deel vormen van de oplossing. We opereren daarbij niet op een eiland, maar bezoeken dagelijks 700 landbouwers en werken samen met onderzoeksinstellingen om de landbouw te helpen innoveren.

Heel concreet helpen we de landbouwer in het managen van de complexiteit, het garanderen van de traceerbaarheid en het verhogen van de duurzaamheid. Door dat te doen, en door daarbij maximaal gebruik te maken van digitalisering, technologie en R&D maken we land- en tuinbouw tot één van de snelst innoverende én duurzame sectoren. Daarom investeren we jaarlijks maar liefst meer dan 50 miljoen euro in die oplossingen. Niet alleen in onze IT-systemen en productiesites, maar ook in het ontwikkelen van duurzame innovaties. Daarmee zijn we top in de wereld.” 

130.000 wagens van de baan

De rode draad daarbij? Oplossingen die haalbaar zijn en onmiddellijk effect hebben, met respect voor landbouwer, dier en planeet. “Let wel, we doen deze inspanningen niet omdat we als maatschappij beseffen dat we op een keerpunt staan”, benadrukt Lauwers. “Duurzaamheid heeft altijd al in het DNA van Arvesta gezeten. Zo hebben we al jarenlang een duurzaamheidsbeleid met tien pijlers. Eén daarvan is de ambitie om tegen 2025 jaarlijks 250.000 ton CO2 minder uit te stoten.” Een heel concreet voorbeeld van een oplossing die dat moet helpen realiseren is het zogenaamde Euroclim-veevoeder, dat erin slaagt om de methaanuitstoot bij koeien tot wel 30 procent te reduceren. Dat het bovendien met lokale grondstoffen wordt vervaardigd en dus een lage ecologische voetafdruk heeft, is nog een extra duurzame troef. 

“Dat veevoeder hebben we op basis van eigen R&D ontwikkeld”, gaat Eric Lauwers verder. “Omgerekend komt die gereduceerde methaanuitstoot neer op het van de weg halen van 130.000 wagens. Als we er tenminste in zouden slagen alle koeien in België op dat veevoeder te laten overschakelen. Een andere manier om die reductie te realiseren is via aspargiet, een biologische meststof die zonder fossiele brandstoffen wordt geproduceerd. Ten slotte vermeld ik graag nog een pilootproject rond carbon farming. Daarbij helpen we landbouwers om CO2 in de bodem op te slaan en te verhandelen via carbon credits die ze daarvoor ontvangen. Dat is nog toekomstmuziek, maar wel iets waar we mee bezig zijn. We werken daartoe ook een tracibility-systeem uit. Daarbij meten de inspanningen van de boeren rond CO2-reductie en opvolgen en hen daarvoor belonen met die credits.”

We kunnen dankzij Euroclim onmiddellijk CO2 reduceren in zuivel en vlees.

Wereldbevolking voeden

Uiteraard is Arvesta op nog veel meer terreinen actief als het op innovatie aankomt. Zo ontwikkelde het een mobiel gotensysteem dat het mogelijk maakt veel meer sla, andere groenten en kruiden op een kleine oppervlakte te kweken. Dat met hergebruik van 90 procent van het water en minder nood aan plantenbeschermingsmiddelen. Die glastuinbouwoplossing wordt overal ter wereld ingezet – letterlijk van Canada tot Abu Dhabi – en biedt een” oplossing bieden voor het tekort aan ruimte, water en arbeid. “Het gaat hier om een hoogtechnologisch teeltsysteem met focus op automatisering, hernieuwbare energie, klimaatcontrole, cooling, efficiënt water- en nutriëntengebruik en nieuwe teelten”, aldus Lauwers. “Volgens ons is dit een antwoord op de uitdaging om de wereldbevolking te voeden.” 

Ook daar houden de inspanningen van Arvesta niet op. “Bij varkens zetten we bijvoorbeeld met ons Taintstop-voeder – wat trouwens een echte wereldprimeur is – volop in op dierenwelzijn door preventieve castratie bij mannelijke varkens niet meer nodig te maken”, geeft Lauwers als voorbeeld. “Die voeding, die men twee weken voor de slacht toedient, vermijdt namelijk de kwalijke geur die het vlees van beren soms verspreid als men het in de pan gooit. Marcassou lanceerde dit jaar haar label Le Cochon Bien-Etre. Daarmee wordt aangegeven dat varkens in Wallonië op diervriendelijke wijze én met Taintstop-voeder gekweekt worden voor hun vleesproducten.

In de teelt van graanproducten voor koekjes, bakkersbloem en zelfs bier helpen we landbouwers dan weer met het versterken van de biodiversiteit. Onze partner Mondelez is daarin voorloper met het Harmony Charter. Het zijn Arvesta’s experts die de landbouwers begeleiden om volgens het Harmony Charter duurzame tarwe te telen die onder meer verwerkt wordt in de gekende Prince-koekjes.”

Last but zeker not least lanceert Arvesta samen met Belcampi voor het eerst duurzame all-in pastamixen, volledig gemaakt van Belgische tarwe, geteeld met de expertise van onze specialisten. Ze worden verwerkt in onze Aveve-bloemfabriek in Merksem en verkocht in onze Aveve-winkels. Die zijn dus 100 procent made in Belgium. 

Ook digitalisering is een kaart die volop wordt getrokken in dit verhaal. Zo bestaan er vandaag apps waarmee landbouwers vandaag real time advies krijgen rond het weer dat eraan komt. Of de ideale periode en manieren om plagen tegen te gaan. “Hoe preventiever we te werk gaan, hoe minder de producten achteraf behandeld zullen moeten worden”, legt Lauwers uit. “Verder hebben we verschillende datamanagementsystemen waarmee boeren – die eigenlijk meer en meer ingenieur en manager van hun bedrijf worden – hun organisatie en systemen in kaart kunnen brengen. Met SMAG zien ze. Bijvoorbeeld in één oogopslag de omzet, opbrengsten en output van hun bedrijf. Heel veel technologie die maar één doel heeft. Het leven van de boer vergemakkelijken. En bijkomend toelaat efficiënter en dus duurzamer te werken. Ook de John Deere-tractoren zitten vandaag tjokvol technologie.”

Door maximaal gebruik te maken van digitalisering, technologie en R&D maken we land- en tuinbouw tot één van de snelst innoverende én duurzame sectoren.

Uitdagingen voor de toekomst

Toch staat de sector vandaag ook nog voor ongezien hoge uitdagingen. Eén daarvan is het ongelijke speelveld qua internationale duurzaamheidsnormen. “Onze boeren leveren producten van de hoogste kwaliteit. Maar botsen vaak op buitenlandse voedingswaren die niet aan dezelfde strenge regels moeten voldoen”, duidt Lauwers. “Er wordt met andere woorden gemeten met twee maten en twee gewichten. We kunnen ons niet vinden in het feit dat we dergelijke producten importeren. Terwijl we nergens beter produceren voor het klimaat dan in eigen land. Dat maakt het ten eerste voor de boeren in ons land moeilijker om te overleven. Ten tweede weten we van die geïmporteerde producten vaak bijvoorbeeld niet welke gewasbeschermingsproducten er gebruikt zijn. Of in welke mate er rekening is gehouden met dierenwelzijn. Zo toonde een recente Pano-reportage dat het verwerkte kippenvlees in de supermarkten uit Oekraïne zelfs sporen van salmonella bevatte.

“Eigenlijk zou het omgekeerd moeten zijn. Wij zouden dankzij onze strenge normen meer moeten exporteren. Gezien onze voedingsketen best in class is wat betreft kwaliteit, traceerbaarheid, CO2-uitstoot en aandacht voor dierenwelzijn. Eigen beseffen wij in België niet hoe kwalitatief en veilig ons eigen geproduceerd voedsel is. OK, we betalen een meerprijs, maar die goedkope producten in het buitenland voldoen wel niet aan die strenge eisen. Laten ons die ‘dure’ producten ook relativeren. Zal het echt op die extra tien cent per kilo wortelen komen? Als ik zou moeten kiezen tussen bosbessen die uit België dan wel uit Chili komen, zou ik wel weten wat gekozen.”

“We blijven vooruitkijken”, besluit de CEO van Arvesta. “Als uniek kenniscentrum in land- en tuinbouw zijn we vastberaden om de duurzame en innovatieve partner bij uitstek te zijn van de boer en tuinder. We zullen ons als een pionier blijven inzetten voor de uitdagingen waar we vandaag voor staan. We zijn deel van de oplossing en samen met onze 2000 experts blijven we elke dag meebouwen aan de landbouw van de toekomst.” 

Vorig artikel
Volgend artikel