circulair
Business

Circulair hoeft niet altijd lastig of moeilijk werkbaar te zijn

09.07.2020
door Sophie Pycke

Een circulair businessmodel motiveert medewerkers, overtuigt klanten en knipt in de kosten. Circulaire economie loont, en allicht nog meer in post-coronatijd. Maar kennis is key, dus vermijd valkuilen en omring jezelf met de juiste partners.

Vlaanderen Circulair is één van die dynamische partnerschappen, en vormt een knooppunt waar overheden, bedrijven, kenniscentra en het middenveld elkaar vinden. “Dankzij ons breed partnerschap kunnen we waardevolle experimenten uitvoeren. We bekijken heel concrete knelpunten en zoeken naar oplossingen”, schetst transitiemanager Brigitte Mouligneau. “Momenteel loopt onze green deal rond circulair bouwen. Liefst 330 organisaties uit de bouwsector voeren enkele honderden experimenten uit.

Eén van die experimenten is een betaalbare woning maken met zo veel mogelijk circulaire toepassingen, zoals een façademuur die volledig demonteerbaar is. Zo’n experiment is onvermijdelijk een proces van trial-and-error, maar zo wordt het wel makkelijker om in de toekomst betaalbare circulaire oplossingen aan te bieden.”

Nieuwe businessmodellen

In de werking van Vlaanderen Circulair zitten ook investeerders. “De meeste banken zijn ondertussen overtuigd van circulair ondernemen, maar het probleem zit in de complexiteit van de dossiers. Vaak gaat het om heel nieuwe businessmodellen waar ook investeerders hun weg in moeten vinden. Ik neem het voorbeeld van een producent van lichtarmaturen die zijn producten niet verkoopt, maar verhuurt. De return verloopt veel trager, dus voor banken hangt daar een heel complexe risicoafweging aan vast. Maar het denkwerk is alleszins bezig.”

We hebben onze eigen maakindustrie nodig, gedreven door innovatieve ondernemers. Hen moeten we koesteren.

— Brigitte Mouligneau, Vlaanderen Circulair

Een complex systeem

Toch zijn nog niet alle vooroordelen de wereld uit. “Een circulair systeem opstarten is vaak complex en duur, zeker op korte termijn. Maar op lange termijn creëer je wel de garantie dat grondstoffen beschikbaar zijn én blijven aan een haalbare prijs. De coronacrisis heeft ons met harde hand getoond hoe belangrijk dat wel is. Plots was er wereldwijde vraag naar mondmaskers. We konden ze niet maken in België, maar moesten ze laten invoeren.

“Pijnlijk, vond ik dat”, kijkt Mouligneau terug. “We moeten dringend meer nadenken over de manier waarop we materialen exploiteren. Ik hoop dat de coronacrisis een wake-upcall is, en dat we afstappen van de veronderstelling dat alle materialen altijd voorhanden zullen zijn. We hebben onze eigen maakindustrie nodig, gedreven door innovatieve ondernemers. Hen moeten we koesteren. Inspirerende voorbeelden zijn er trouwens al in overvloed. Ik denk aan Papillon, een verhuurdienst van energiezuinige huishoudtoestellen voor mensen in armoede. Tijdens de huurperiode blijven onderhoud en herstel van de toestellen de verantwoordelijkheid van de producent. Hij heeft er belang bij om kwaliteitsvolle machines aan te bieden. De perfecte mix van een ecologisch, economisch en sociaal voordeel.”

Groter bewustzijn rond milieubeleving

Nog zo’n sterkhouder in de circulaire economie is Ecofest, een organisatie die in 2004 al naar de eventsector stapte met het vernieuwende idee van herbruikbare bekers, maar toen nog de deur werd gewezen. “Tot drie jaar geleden zagen we vooral een platte curve wat interesse in circulaire economie betreft”, zegt zero waste-manager Stijn Lambert. “De laatste jaren was er duidelijk sprake van een exponentiële piek. Niet alleen festivals, maar ook kleine venues of voetbalstadia vergroten hun bewustzijn rond milieubeleving.”

De bedoeling van Ecofest is een grootschalige verandering in het denk- en gedragspatroon te bewerkstelligen. Ze infiltreren in het operationele team en werken mee van opbouw tot afbraak, waardoor ze voortdurend sturend werken. “Circulaire economie is een complex verhaal. Als je herbruikbare bekers aanbiedt als een collectorsitem, creëer je via een verdoken winstmodel net méér plastic. Maar het hoeft niet altijd ingewikkeld te zijn. Via een low-tech manier, gebaseerd op gezond verstand, verlagen wij de afvalfactuur en opruimkosten.

Vlaanderen te bedeesd

Vlaanderen is goed bezig, maar te bedeesd in vergelijking met bijvoorbeeld Nederland. Daar maken ze sterke merken van basic ideeën zoals de Vegetarische Slager. Vlamingen zijn al te vaak bang om kritiek te krijgen en communiceren daarom te weinig over hun weg naar duurzaamheid. Maar we bezitten genoeg ondernemerschap om circulaire economie op poten te zetten. Het hoeft echt niet altijd lastig of moeilijk werkbaar te zijn.”

Vorig artikel
Volgend artikel