mobility
Business

Mobility-as-a-Service: nieuwe vormen van mobiliteit

09.06.2020
door Frederic Petitjean

Een eigen auto kopen? Veel millennials wagen zich er niet meer aan, en zoeken andere manieren om zich sneller, goedkoper en milieuvriendelijker te verplaatsen. Verschillende bedrijven maken zich al klaar voor een wereld met MaaS: Mobility-as-a-Service. 

Vooral in de steden experimenteren jonge mensen volop met nieuwe vormen van mobiliteit. De eigen auto is niet langer de heilige koe en ziet zijn plaats ingenomen door een mix van vervoermiddelen: deelauto’s, elektrische fietsen, e-steps en alternatieve taxi’s. Bedrijven als Moobi proberen in te spelen op de nieuwe trend. Moobi ontstond uit het LKQ, een grote Amerikaanse verdeler van auto-onderdelen, en staat in eerste instantie bekend voor het aanbieden van laadpassen voor elektrische wagens. 

Aanpassen of verdwijnen

Dat is echter nog maar een eerste stap in een compleet nieuw verhaal, zegt Business Developer Erwin De Spiegeleire. “Zeker in de automobielsector begint de nieuwe realiteit te dagen. Niet alleen veranderen de consumentenvoorkeuren. Een elektrische wagen heeft ook veel minder onderhoud en herstel nodig en heeft een gigantische impact op de complete supply chain van de fabrikanten. Veel fabrikanten staan nu voor hun ‘Kodak’-moment: ze moeten zich aanpassen of ze lopen het risico te verdwijnen. Voor LKQ was dat ook zo.” 

Urban mobility

‘Urban mobility’ mag dan wel al enkele jaren een buzzword zijn, om er adequaat op in te spelen is een doordachte strategie nodig. “Het is meer dan hier en daar wat deelauto’s of deelsteps neerkwakken en maar hopen dat het werkt”, zegt De Spiegeleire. “Zie bijvoorbeeld Car2Go: zelfs in Londen werkte hun concept niet omdat alle boroughs van Londen verschillende reglementen hadden rond parkeren en parkeervergunningen. In Noorwegen is het dan weer wel een succes, omdat daar op tijd is ingespeeld op regulering en omdat er overleg was met de overheid en andere stakeholders. Hetzelfde met bijvoorbeeld deelsteps die je overal kunt achterlaten. Je voelt dat het verzet daartegen aan het groeien is. De inwoners willen geen steps die overal achtergelaten worden en de voetpaden blokkeren. Het moet werkbaar zijn.”

Jonge mensen willen zich wel verplaatsen als het moet, maar dan wel gemakkelijk en zo klimaatneutraal mogelijk.

De juiste mobiliteitsmix

De coronacrisis zal de veranderingen in de sector alleen maar aanzwengelen, vermoedt De Spiegeleire. “Meer en meer mensen beseffen dat het anders moet en dat de eigen auto niet meer dé pijler van hun mobiliteit is. De mentale barrières smelten weg als sneeuw voor de zon. Als de crisis iets positiefs heeft meegebracht, is het dat wel. Fietsen heeft bijvoorbeeld tijdens de lockdown een enorme boost gekregen. Fietshandelaars doen momenteel gouden zaken.”

Wat die doelgroep dan precies zoekt, laat zich gemakkelijk samenvatten, aldus De Spiegeleire. “Een aanbod dat geleaset, gehuurd en/of gedeeld kan worden, met de juiste mix van verschillende vervoersmiddelen, met een tof design, voldoende bereik en een goede prijs. Mobiliteit als een dienst, verkocht onder de vorm van een abonnement. Ook het onderhoud en het herstel moet zo vlot en frictieloos mogelijk kunnen verlopen, bijvoorbeeld door herstellingen die aan huis gebeuren. Mensen willen vooral ‘ontzorgd’ worden. Ze willen snel, vlot, milieuvriendelijk en veilig op hun bestemming aankomen, zonder dat ze eerst een halve dag moeten uitpluizen hoe ze daar geraken.”

Steun voor klein en lokaal

Dat is meteen ook het soort aanbod waarmee Moobi later dit jaar naar de markt wil trekken. “Ik heb de laatste maanden heel veel met jonge mensen gepraat en je voelt dat de shift in mindset in deze richting begint te versnellen. Ze willen zich wel verplaatsen als het moet, maar dan wel gemakkelijk en zo klimaatneutraal mogelijk. Zaken als ‘de deeleconomie’ en ‘de lokale economie’ zijn sowieso al twee termen waarmee ze vertrouwd zijn. Dat is trouwens nog iets wat door de coronacrisis versterkt is: je lokale ondernemer en kleinschalige initiatieven steunen. Als je immers eenmaal weet hoe lekker de groenten van de kleine bioboer zijn, is het moeilijk om nog terug te gaan. Zo zal het met mobiliteit ook zijn: de auto zal zijn plaats moeten kennen.”

Vorig artikel
Volgend artikel