mobiliteitsstrategie
Leasing

Vier fundamenten van een geslaagde mobiliteitsstrategie

05.01.2022
door Frederic Petitjean

Voor veel bedrijven is het tegenwoordig een fikse kopzorg: hoe kunnen ze zich zo bereikbaar mogelijk maken voor hun personeel en welk beleid moeten ze opzetten rond verplaatsingen en mobiliteit? Wat zijn concrete maatregelen die kunnen bijdragen tot een doeltreffende mobiliteitsstrategie? En hoe streef je naar een ambitieus, maar tegelijk realistisch en financieel onderbouwd plan?  

Telewerk

In veel bedrijven wordt “het kantoor” nog altijd beschouwd als de beste plek om te werken, de omgeving waar iedereen het meest productief is. Dat is uiteraard niet zo. Toch moet de invoering van telewerk met de nodige omzichtigheid worden aangepakt, want het is een gegeven waar wat verschillende aspecten aan kleven. Beschikt u over de nodige laptops om uw personeel te laten telewerken? Is uw bedrijfsnetwerk hiervoor voorzien? Hoe gaan de managers leidinggeven aan een team dat ze enkel virtueel zien? Hoe behoudt u loyauteit en connectie met de werkvloer? Communicatie met en participatie van uw personeel is hierin bijzonder belangrijk. 

Waar ongeveer iedereen het over eens is: 100 procent telewerk is een illusie en zelfs niet gewenst. Soms vinden mensen het lastig om te ‘deconnecteren’ en moeten ze tegen zichzelf beschermd worden. Het is écht niet nodig om op zaterdagnacht nog mails te beantwoorden. Daarnaast blijft het fysieke aspect gewoonweg te belangrijk: veel mensen hebben het nodig om elkaar te kunnen interageren. Waarschijnlijk zullen we op termijn evolueren naar een soort hybride model: bepaalde zaken doe je op kantoor (bijvoorbeeld een functioneringsgesprek), andere doe je thuis (het afwerken van dossiers) en tussendoor kan men eventueel ook klanten bezoeken. 

Elektrische bedrijfswagens

De kogel is door de kerk. Onlangs heeft de regering beslist om vanaf 2026 alleen nog elektrische bedrijfswagens fiscaal aftrekbaar te maken. De regeling geldt enkel voor nieuwe bedrijfswagens en heeft dus geen invloed op leasecontracten die al afgesloten werden. Voor diesels en benzinewagens die tot 1 juli 2023 worden ingeschreven, blijven de huidige regels gelden. Voor auto’s gekocht tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025 komt er een overgangsregeling waarbij de aftrekbaarheid gradueel ingeperkt wordt. Maar voor de werknemers blijft het Voordeel Alle Aard (VAA) behouden, dat is de belasting die ze moeten betalen wanneer ze zowel professionele als private verplaatsingen doen met hun bedrijfswagen. Bij elektrische wagens is die VAA echter wel een stuk lager dan bij auto’s met een ontploffingsmotor. 

Elektrische wagens moet men ook opladen. Samen met de fiscale bevoordeling van elektrische wagens, komen er dus ook belastingvoordelen als bedrijven publiekelijk toegankelijk laadstations installeren. Voor investeringen tussen 1 september 2021 en 31 december 2022 geldt een aftrekpercentage van 200 procent. Dat percentage daalt tot 150 procent voor investeringen gedaan tussen 1 januari 2023 en 31 augustus 2024. Werknemers die thuis een laadpaal installeren, recupereren via de belasting 45 procent van die kosten als men de paal voor 1 januari 2023 plaatst, met een maximum van 1.500 euro. Daarna zakt het fiscale voordeel naar 30 procent.  

mobiliteitsstrategie

De bedrijfsfiets

Het aantal bedrijfsfietsen dat in omloop is, is de laatste jaren niets minder dan geëxplodeerd. Daar zijn wel een aantal redenen voor te verzinnen. Fietsen is ontegensprekelijk gezond en een zegen voor lichaam en geest. Veel Belgen zijn sowieso gek op de fiets, ook als vervoermiddel in hun vrije tijd. Met de fiets is het ook veel gemakkelijker om de files te omzeilen dan met de wagen. Daarnaast is een fiets als bedrijfsvervoermiddel ook fiscaal aantrekkelijk. Het proces van het leasen van een fiets gebeurt bijna altijd onder de vorm van loonruil. De werkgever betaalt de factuur, maar houdt die deels af van het brutoloon van de werknemer. Daardoor moet men ook minder RSZ betalen. Uiteindelijk komt het erop neer dat een werknemer slechts ongeveer de helft van de som “voelt” in zijn nettoloon. 

Een cijfervoorbeeld maakt veel duidelijk. Stel dat een werknemer elke maand 25 euro van zijn loon spaart, dan kan hij na drie jaar een fiets kopen van 900 euro. Als hij echter 25 euro van zijn nettoloon inruilt in het kader van een fietslease, dan kan hij drie jaar lang rondrijden met een fiets van 2.000 euro. 

De grote meerderheid van de leasefietsen die in België rondtuffen, zijn elektrische fietsen, waarvan een goed deel zelfs speedpedelecs zijn. Voor de komende jaren zal de markt van de leasefietsen nog verder blijven groeien, zo verwachten quasi alle waarnemers. 

Het mobiliteitsbudget

Niet elke werknemer wil een klassieke bedrijfswagen gebruiken. Voor hen heeft de overheid een zogenaamd “Mobiliteitsbudget” bedacht, een soort extralegaal voordeel dat aan duurzame vervoersmiddelen besteed kan worden. Het bedrag komt overeen met het budget dat de werknemer had mogen besteden aan een klassieke leasewagen en bestaat uit drie “pijlers”: een milieuvriendelijke bedrijfswagen, alternatieve vervoersvormen en een deel cash (het saldo). De werknemer kan zijn of haar budget vrij besteden aan elk de drie pijlers en daarin ook bepaalde combinaties maken. 

Zoals gezegd, blijft de bedrijfsauto deel uitmaken van het mobiliteitsbudget en de mobiliteitsstrategie, maar niet elke auto komt in aanmerking. Het moet wel degelijk over een milieuvriendelijke wagen gaan die aan bepaalde normen voldoet qua uitstoot van CO2 en verontreinigende stoffen. Een elektrische wagen voldoet trouwens sowieso aan de bepalingen. De tweede pijler, de alternatieve vervoersmiddelen, gaat heel breed. Het gaat om onder meer fietsen, e-bikes, speedpedelecs, steps en bromfietsen, maar ook de bus, de trein, de tram en zelfs ritjes met alternatieve taxidiensten als Uber. Het gaat zelfs nog verder. Een van de meeste duurzamen mobiliteitsoplossingen (zorgen dat je dicht bij je werk woont) wordt ook ondersteund. Wie binnen een straal van vijf kilometer van de werkplek woont, kan zijn huur of intrest van de hypotheek financieren met de mobiliteitsstrategie. 

Op het einde van elk jaar is er dan een afrekening waarbij het niet-gebruikte deel van het mobiliteitsbudget aan de werknemer wordt uitbetaald. 

Vorig artikel
Volgend artikel