mobiliteitsbudget
Business

Mobiliteitsbudget: Verplaatsen volgens vervoersprofiel

09.06.2020
door Evelien Jansen

Mobiliteit moet alsmaar ecologischer en ook het fileprobleem heeft een oplossing nodig. We moeten af van het idee dat iedereen op hetzelfde uur met de salariswagen de baan op moet. Zowel overheid als bedrijven zoeken naarstig naar oplossingen.

Na het ondertussen vergane ‘cash for car’-systeem biedt het mobiliteitsbudget een mogelijke oplossing. Hierbij konden werknemers hun salariswagen inruilen voor meer loon. Cash for car was eerder een fiscale maatregel en zorgde voor een ongelijke behandeling tussen werknemers met en zonder wagen. Het laat werknemers ook toe om hun salariswagen in te ruilen. Maar deze keer voor een geldsom om vrij te verdelen over verschillende vervoersmiddelen. Denk bijvoorbeeld aan een meer ecologische wagen, een deelstep, fietsleasing of een OV-abonnement.

Weinig gebruik van mobiliteitsbudget

Met de maatregel hoopt niet alleen de regering het fileleed een halt toe te roepen. Ook bedrijven kunnen op deze manier zorgen voor een betere work-lifebalans voor hun medewerkers. En dat laatste is nodig, wil je overeind blijven in de woedende ‘war for talent’. Het budget heeft geen impact op de loonkosten voor de werkgever. Ook het niet opgebruikte bedrag wordt netjes teruggestort aan de werknemer. Niks dan voordelen, en toch blijkt uit recent onderzoek van Acerta dat slechts 0,011 procent van de werknemers gebruik maakt van dit systeem. Hoe komt dat?

Rationele vervoerswijze

Thomas Vanoutrive, docent aan de UAntwerpen en verbonden aan de Onderzoeksgroep voor Stadsontwikkeling: “Iedereen die een bedrijfswagen heeft, wordt gestimuleerd om voor elke verplaatsing de auto te gebruiken. We zien zelfs dat een wagen met tankkaart leidt tot 6.000 extra privékilometers per jaar. Uit onderzoek blijkt dat extra verlofdagen en een financiële bonus meer kunnen betekenen dan pakweg een fiets- of OV-abonnement. Maar nog onvoldoende zijn om de voordelen van een auto te compenseren.” Dat is jammer, want het mobiliteitsbudget wil net stimuleren dat je voor elke verplaatsing de meest rationele vervoerswijze gebruikt.

Om tot echt duurzame oplossingen te komen moet de nood aan verre verplaatsingen minder aanwezig zijn. “Een mogelijke oplossing schuilt erin om de verworven rechten – het recht op een auto en brandstof – te vertalen in een ruimer recht op bereikbaarheid. Dat betekent dat je niet enkel kijkt naar hoeveel euro’s je huidige mobiliteitspakket (bedrijfswagen, tankkaart…) waard is, wel naar wat het oplevert qua bereikbaarheid. En dat gebeurt nog niet”, besluit Vanoutrieve.

“Een mogelijke oplossing schuilt erin om het recht op een auto en brandstof te vertalen in een ruimer recht op bereikbaarheid.”Thomas Vanoutrive, Uantwerpen

Flexibele verplaatsingen

Ook Elien Raport implementeert het mobiliteitsbudget zoals federaal vastgelegd niet. Zij is mobiliteitscoördinator bij VRT die onlangs de titel Fleet Mobility Manager of the Year won. “Bij VRT beschikt ongeveer een tiende van de medewerkers over een klassieke bedrijfswagen met tankkaart. We motiveren deze medewerkers – en bij uitbreiding álle collega’s – om zich steeds zo duurzaam mogelijk te verplaatsen. Daarom zijn we gestart met de invoering van vervoersprofielen. Naast het gebruik van alternatieven als fiets en openbaar vervoer, creëren we volop flexibiliteit om manieren van verplaatsing af te wisselen. Dat vertaalt zich concreet in een soort virtueel mobiliteitsbudget voor iedereen.” 

“We zijn gestart met de grootste groep medewerkers, de collega’s zonder bedrijfswagen, en hebben in eenzelfde lijn nu een proefproject lopen voor collega’s met een bedrijfswagen én tankkaart. Via verschillende sensibiliseringsacties, informatiecampagnes en specifieke maatregelen willen we álle collega’s kunnen motiveren en ondersteunen in rationele vervoerskeuzes. We hebben daarom bewust gekozen om geen parallelle systemen op te zetten”, klinkt het verder nog bij Raport. 

De wagen is geen boeman

Wanneer je als bedrijf zelf een succesvol systeem hebt gecreëerd, is de overschakeling naar het federaal mobiliteitsbudget met andere woorden niet meteen een meerwaarde. Daarnaast ligt het grootste werkpunt in het teweegbrengen van een mentaliteitswijziging. De wagen moet daarbij niet per se als boeman gezien worden. Dit vervoersmiddel zal in onze huidige maatschappij zeker deel blijven uitmaken van onze verplaatsingen. Het mag alleen niet langer automatisch de eerste keuze zijn voor iedere verplaatsing. En op dat vlak is er nog heel wat werk aan de winkel. Het mobiliteitsbudget kan hier een houvast bieden voor bedrijven die niet meteen zelf een systeem op poten kunnen zetten.

Vorig artikel
Volgend artikel