due diligence
Industrie

Due diligence, wat betekent dat voor mijn bedrijf?

14.09.2022
door Lieven Desmet

De Europese Commissie wil ondernemingen verplichten om het risico op schendingen van mensenrechten en milieuschade in hun waardeketen preventief op te sporen. Daarvoor lanceerde ze de zogeheten Corporate Sustainability Due Diligence (CSDD). Maatschappelijke verantwoordelijkheid moet centraal staan in de activiteit van ondernemingen. Het is evenwel meer dan een juridische verplichting, want het kan net zo goed een commerciële opportuniteit zijn in een markt die duurzaamheid voorop plaatst.

Drie groepen

De Europese Commissie schat dat de Corporate Sustainability Due Diligence (CSDD)-richtlijn betrekking zal hebben op ongeveer 13.000 Europese ondernemingen en nog eens zo’n 4000 ondernemingen van buiten de Europese landen. De bedrijven kunnen we in de volgende drie groepen indelen:

  • Groep 1: Dat zijn de in Europa gevestigde ondernemingen met gemiddeld meer dan 500 werknemers en een wereldwijde netto-omzet van meer dan 150 miljoen euro in het laatste boekjaar waarvoor jaarrekeningen zijn opgesteld.
  • Groep 2: Dat zijn de in Europa gevestigde ondernemingen met gemiddeld meer dan 250 werknemers en een wereldwijde netto-omzet van meer dan 40 miljoen euro, waarvan ten minste 50 procent is gegenereerd in zogeheten risicosectoren. Die sectoren zijn textiel, leder, kleding, schoeisel en aanverwante producten; de landbouw, bosbouw, visserij en voedingsproducten; en de sector van de minerale grondstoffen, metaalproducten en chemische producten.
  • Groep 3: Dat zijn de ondernemingen die buiten Europa zijn gevestigd met een netto-omzet van meer dan 150 miljoen euro in Europa, of met een netto-omzet van meer dan 40 miljoen euro, waarvan 50 procent in een van de risicosectoren is behaald.

De voorgestelde richtlijn raakt micro-ondernemingen en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) niet rechtstreeks. Wel kunnen zij indirect worden geraakt als zij deel uitmaken van de waardeketen van ondernemingen die onder het bereik van de richtlijn vallen, stelt consultant PwC. 

Kmo’s

Kmo’s blijven op het eerste gezicht dan wel gevrijwaard van de directe gevolgen van de CSDD-wetgeving, ze zullen indirect worden getroffen, aangezien grote klanten eisen zullen opleggen aan hun kleinere leveranciers, stelt Boris Verbrugge, die voor HIVA-KU Leuven onderzoek verricht naar duurzame productieketens. Een groeiend aantal bedrijven is vragende partij om de risico’s in hun productieketens te lokaliseren en bij te sturen. Maar terwijl multinationals over het budget en de medewerkers beschikken om zich daarin te verdiepen, weten kmo’s vaak niet waar ze moeten beginnen. Kmo’s die leveren aan grote bedrijven voelen een grotere druk om te voldoen aan sociale en ecologische criteria, zegt Boris Verbrugge.

“Bovendien is het goed mogelijk dat het Europese voorstel voor multinationals ruimte zal laten voor clausules waarin staat dat die hun verantwoordelijkheid voor een deel kunnen afschuiven op de leverancier of de partner.” Ook de Verenigde Naties (VN) en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) onderstreepten in hun aanbevelingen al de noodzaak tot waakzaamheid. Het is wel een feit dat alle ondernemingen een verantwoordelijkheid hebben, maar kmo’s mogen niet de dupe worden van globale ondernemingen in deze strijd. Maar er zijn ook positieve argumenten om als kmo in te zetten op due diligence: de aantrekkelijkheid van je onderneming in de war for talent, of een hogere kans op publieke aanbestedingen, merkt Boris Verbrugge op. 

due diligence

Voedingssector

Fevia, de beroepsfederatie van de Belgische voedingsindustrie vertegenwoordigt 27 sectoren en 700 bedrijven die voeding en dranken produceren in ons land. Fevia organiseert in het kader van de CSDD diverse workshops voor zijn leden, onder meer met lerende netwerken waarbij bedrijven van elkaar kunnen leren. Ook interessant om te weten is dat consultant Sustenuto en HIVA-KU Leuven intussen werken aan een zogeheten toolbox. Deze toolbox moet een praktische gids vormen voor de Belgische bedrijven om zelf aan de slag te kunnen gaan met due diligence. Heel wat bedrijven voelen nu reeds de impact hoewel de richtlijn nog niet is omgezet naar wetgeving. De eigenlijke wetgeving rond de due diligence verwacht men in de loop van 2024-2025.

“Gedetailleerd maatwerk voor elk bedrijf is niet mogelijk”, aldus Boris Verbrugge van HIVA-KU Leuven. “Maar we zullen wel een heel concrete en toegankelijke tool voorleggen. We proberen het op deze manier behapbaar te maken, want het is een complex verhaal.” Iedere onderneming zal een analyse kunnen maken van de mate waarin ze blootgesteld is aan de eisen inzake due diligence en de mate waarin ze klaar is om actie te ondernemen. De richtlijn zal immers ook door de financiële sector gebruikt worden, waardoor kmo’s best hun systematische risico’s in kaart kunnen brengen en aanpakken. In september zou de tool klaar moeten zijn. 

Toeleveringsketens

Ruim 60 ondernemingen en bedrijfsfederaties vragen intussen samen in een open brief om een nationaal wettelijk kader op te stellen dat bedrijven verplicht om hun verantwoordelijkheid te nemen in het respecteren van mensenrechten en milieu in hun toeleveringsketens. Ze worden hierin ondersteund door het Trade for Development Centre van Enabel en Fairtrade Belgium. Volgens verschillende recente marktstudies eisen de Belgen transparantie en respect voor mens en milieu. Zo geeft de studie van GFK uit 2019 aan dat 62 procent van de Belgen van mening is dat bedrijven hun activiteiten moeten uitvoeren met respect voor de mensenrechten en het milieu. De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) schat dat wereldwijd 45,8 miljoen volwassenen het slachtoffer zijn van moderne slavernij. 

Daarnaast zijn er 150 miljoen kinderen die illegaal werken, van wie 73 miljoen in gevaarlijke omstandigheden zoals in de ontginning van ertsen. Bovendien veroorzaken de productie van bepaalde grondstoffen (zoals palmolie, cacao en koffie) en het verven van stoffen in de textielindustrie ernstige milieuschade (water- en bodemvervuiling, ontbossing…). Een wetgeving biedt ook stimulansen, beloont inspanningen en creëert zo een gelijk speelveld tussen bedrijven, luidt het in de open brief. Belgische bedrijven leveren een belangrijke bijdrage aan internationale ontwikkeling en grote delen van onze economie zijn afhankelijk van de invoer van grondstoffen. We kunnen dus niet blind blijven voor wat er in de toeleveringsketens gebeurt, luidt het. 

Vorig artikel
Volgend artikel