Gewichtig doen over de gezondheid van je huisdier
Er is weinig dat meer leven en vreugde in een huishouden brengt dan een gezelschapsdier. Maar vaak wordt die aanhankelijkheid en genegenheid overmatig beloond met rust, voeding en andere extraatjes, die wel eens een bedreiging van de gezondheid van het dier kunnen zorgen. Daarom: vier mythes en misverstanden.
Vlees moet altijd deel uitmaken van het dieet van hond of kat
“Dat is een eerste grote mythe”, aldus Constantijn van Gerwen, algemeen directeur van Vitakraft Benelux. “Het gaat namelijk niet om het vlees zelf, maar om de eiwitten die het dier binnenkrijgt. Eiwitten vormen eigenlijk een keten van aminozuren, dus zolang je die keten kan samenstellen, zit je goed. Dat kan uiteraard via vlees, maar even goed vegetarisch. En zelfs vegan, al wordt dat door het grote publiek nog wat argwanend bekeken omdat dit nog te nieuw is. Eigenlijk kan je het perfect vergelijken met de situatie bij mensen: ook die hebben eiwitten nodig, maar of ze die nu uit vlees, vegetarische of veganistische producten halen, maakt eigenlijk niet zoveel uit. Alleen is het idee nog altijd sterk ingeburgerd dat er vlees aan te pas moet komen. Bij rauw vlees is ook niet altijd geweten wat er precies in zit: als je kuikentjes haalt bij de slager, krijgt je hond daar dan voldoende eiwitten mee binnen?”
Een dier moet je alleen eten geven als het dat zelf aangeeft
“Hier moeten we hond en kat apart behandelen, omdat er een ander antwoord voor is. Een kat wordt ad libidum gevoerd: je zet een bakje met voedsel klaar, en de kat zal daar op acht à twaalf momenten van de dag van eten, zoals ook wij meerdere maaltijden per dag consumeren. Als we dan de hond nemen en dan meteen een ‘extreem’ geval als de labrador: zet die zijn eten voor de hele dag voor, dan eet-ie dat in één keer allemaal op en loopt hij het risico dat hij veel te vol zit en dat zijn maag kantelt, met zelfs een mogelijk overlijden als gevolg. Wat je dus beter doet bij honden, is die op drie momenten van de dag eten geven, zodat ze hun maag niet in één keer veel te vol laden en dus te veel belasten. Een kat eet dus eigenlijk veel zorgvuldiger, veel meer in functie van zijn of haar energie.”
Een beetje overgewicht kan geen kwaad en is net gezellig voor mijn huisdier
“Hier moeten we zelfs het onderscheid tussen hond en kat niet maken: overgewicht kan altijd kwaad”, legt Van Gerwen uit. “Ook dat is weer perfect te vergelijken met de mens. Ik illustreer met een concreet voorbeeld: als je een pup overvoedt, bijvoorbeeld door te veel stukjes kaas te geven, dan zet zich dat vast op de heupen en – daar is wetenschappelijk onderzoek rond gevoerd – worden die heupen zo zwaar dat de gewrichten van de pup ervan kapotgaan. En op oudere leeftijd kunnen honden en katten net als wij cholesterol krijgen, of dichtgeslibde aderen, of vraatzucht. Het is gewoon niet gezond, punt. Een hond of kat die op de juiste manier gevoed wordt, zal er fantastisch uitzien. Blijf gewoon binnen de vooropgestelde calorieënhoeveelheid die een dier dagelijks nodig heeft.”
Alleen huisdieren met overgewicht moeten dieetvoeding krijgen
“Eigenlijk kan je aan elk huisdier dieetvoeding geven, alleen is het de vraag om welke voeding het dan precies gaat. Want als het niet de juiste is, zal het weinig zinvol zijn. Stel dat je als mens last hebt van een probleem aan je plasbuis, omdat je te veel producten eet met zout, waaruit zich kristallen vormen die een blokkade veroorzaken die je niet weg krijgt door veel water te drinken. Wat je dan wél moet doen, is je voeding aanpassen, zodat je minder zout binnenkrijgt. Dat geldt ook voor leververvetting, overgewicht, noem maar op. Je moet dus het dieet aanpassen aan het probleem, anders heeft het geen zin. Hond en kat moeten in dit geval niet apart gekaderd worden: hebben ze een aandoening, dan bestaat er gegarandeerd een dieet voor.”
Vier mythes en misverstanden genuanceerd of zelfs uit de weg geruimd, met als rode draad: huisdieren zijn net als mensen. Geef ze liefde en ze zullen bloeien en laat ze met mate genieten. Want overdaad schaadt altijd.