beleggen
Finance

Waarom beleggen in een vennootschap ook interessant kan zijn

27.04.2022
door Fokus Online

Beleggen associëren we doorgaans met particulieren die een beleggingsportefeuille aanhouden. Toch kan het opbouwen van een beleggingsportefeuille in een vennootschap in sommige gevallen een interessante piste zijn.

Dat we bij beleggingsportefeuilles traditioneel aan particulieren denken, komt vooral door een aantal fiscale vrijstellingen waarvan ze kunnen genieten. Zoals de niet-belastbaarheid van meerwaarden op aandelen. Daartegenover staat dat alle financiële inkomsten, inclusief de meerwaarden op aandelen, in een vennootschap in de regel onderworpen zijn aan vennootschapsbelasting. 

Reserves en liquide middelen

Toch kan beleggen in een vennootschap in sommige gevallen interessant zijn, aldus Degroof Petercam, één van ’s lands grootste onafhankelijke private banken. We mogen niet vergeten dat de roerende voorheffing sterk is gestegen – van 15 procent naar 30 procent.
“Er is weliswaar nog de vrijstelling op meerwaarden op aandelen. Maar de fiscale druk op financiële inkomsten is globaal gezien sterk toegenomen voor particulieren”, aldus Niko Hostyn, Manager Estate Planning Flanders.

Het voordeel van beleggen via de vennootschap situeert zich vooral in het tarief. Waar de roerende voorheffing gestegen is, daalde het tarief in de vennootschapsbelasting door de jaren heen naar 25 procent. Voor kmo’s geldt zelfs een tarief van 20 procent op de eerste schijf van 100.000 euro. Het tarief in de vennootschapsbelasting is dus lager dan het standaardtarief in de roerende voorheffing. Bovendien kan men bepaalde financiële kosten (zoals taks op beursverrichtingen of bankkosten) als particulier fiscaal niet aftrekken, terwijl diezelfde kosten in een vennootschap in principe wél aftrekbaar zijn. Het gevolg daarvan is dat voor sommige beleggingen de belastbare basis bij vennootschappen lager ligt. Bovendien zien we in de praktijk dat ondernemers hun vennootschap steeds vaker zien als een ideale manier om middelen samen te houden en gecontroleerd en gefaseerd over te dragen naar de volgende generatie.”

Wat met nadelen?

Zijn er dan ook nadelen aan verbonden aan beleggen in een vennootschap? Toch wel. Zo voegt beleggen in de vennootschap een zekere mate van complexiteit toe (voor de accountant). Daarenboven zijn meerwaarden op aandelen in de meeste gevallen belastbaar in de vennootschap. “Een belegging in een zogenaamd dbi-fonds kan een alternatief vormen. Dit heeft als voordeel dat de door de vennootschap ontvangen dividenden en gerealiseerde meerwaarden onder bepaalde voorwaarden nagenoeg vrij zijn van vennootschapsbelasting. Uiteraard moet deze belegging wel gealigneerd zijn met het risicoprofiel van de vennootschap.”

Geduld wordt fiscaal beloond: de wachttermijn van vijf jaar is een bijkomende reden waarom middelen langer in de vennootschap worden aangehouden.

Geduld wordt fiscaal beloond

De uitkering van liquide middelen door de vennootschap zonder een al te hoge fiscale kostprijs kan op meerdere manieren. De aanleg van een liquidatiereserve is een wijze van uitkering naar het privévermogen aan een fiscale kostprijs van 15 procent bij een dividenduitkering of zelfs aan 10 procent bij vereffening. Kleine vennootschappen kunnen de winst van het boekjaar boeken op een speciale liquidatiereserve. Daarbij is onmiddellijk een bijzondere heffing van 10 procent verschuldigd. Bij een latere uitkering van deze reserve door middel van een dividend wordt nog een roerende voorheffing geheven van slechts 5 procent indien men het dividend pas uitkeert na het verstrijken van de ‘wachtperiode’ van 5 jaar.

“Als men het dividend uitkeert naar aanleiding van de ontbinding van de vennootschap, is er zelfs geen bijkomende roerende voorheffing verschuldigd. En is de oorspronkelijke heffing van 10 procent tevens de totale fiscale kost. Geduld wordt dus wel degelijk fiscaal beloond. Gedurende die wachttermijn kan men de middelen beleggen of investeren in de vennootschap. Een heel aantrekkelijke beleggingsoplossing in dit verband is de dbi-bevek. Daarmee kan men de fiscale druk aanzienlijk verminderen.” 

Extra mogelijkheden tot uitkering

Een andere manier van fiscaalvriendelijke winstuitkering is het iets minder gekende VVPR bis-regime. Onder dat gunstige fiscaal regime kan een kleine vennootschap een dividend uitkeren aan haar aandeelhouders aan een tarief van 15 procent als men een wachttermijn respecteert van 3 jaar na de inbreng en bepaalde voorwaarden vervuld zijn. Eén van de vele voorwaarden is dat er kapitaalinbreng in cash is gebeurd na 1 juli 2013. De overweging hier dient dus af te hangen van de concrete situatie van de vennootschap.

In de praktijk blijkt echter dat veel ondernemers enkel uitkeringen overwegen in de gevallen waar het noodzakelijk is. Bijvoorbeeld als men bepaalde belangrijke privékosten of investeringen moet doen. Denken we maar aan een grote verbouwing of de aankoop van een tweede verblijf.

Vorig artikel
Volgend artikel