economisch
Business

Krijgen we een herhaling van de roaring twenties?

12.05.2021
door Fokus Online

De Belgische overheidsfinanciën blijven een molensteen en onze economische structuur moderniseert te traag. Overheid, ondernemers, vakbonden en onderwijs zullen zichzelf moeten heruitvinden.

Gelijkenissen

Het is weinig waarschijnlijk dat we naar de roaring twenties terugkeren. Op het eerste gezicht zijn er wel gelijkenissen. Na de ontberingen van de Eerste Wereldoorlog gooiden heel wat mensen de remmen los, met een krachtige inhaalvraag als gevolg. In de Verenigde Staten kregen de bruisende jaren 20 een bijkomende dimensie. Een reeks nieuwe consumptiegoederen werd dankzij innovatieve productietechnieken, zoals de lopende band, fors goedkoper en bereikbaar voor brede lagen van de bevolking. Denk maar aan het Ford model T dat paard en koets naar de geschiedenisboeken verwees. Met de doorbraak van de radio, wasmachine, stofzuiger en andere elektrische toestellen werd de moderne consumptiemaatschappij boven de doopvont gehouden. 

Ook na de slopende coronabeperkingen leeft er bij velen de behoefte om stevig te feesten, shoppen en reizen. De sterk toegenomen spaartegoeden bieden daartoe de mogelijkheden en onze economie zou er wel bij varen. Toch zijn er redenen om aan te nemen dat die opstoot van ongebreidelde consumptie in België snel zal stilvallen. 

Staat van overheidsfinanciën

Een eerste reden vormt de belabberde staat van de overheidsfinanciën. In 2020 bedroegen het tekort en de schuld respectievelijk 10 procent en 115 procent van het bbp, een onhoudbare toestand. Sommige politici beweren dat een terugschroeven van de COVID-19-steunmaatregelen die problemen vanzelf zullen oplossen, maar onze burgers weten beter. Pijnlijke ingrepen zullen onvermijdelijk zijn, dat heeft het verleden al zo vaak aangetoond. De bevolking zal daarop anticiperen door een hogere spaarbuffer aan te leggen dan gewoonlijk. En meer sparen betekent minder consumeren. 

Het Belgische relancebeleid zal veel meer moeten omvatten dan cosmetische ingrepen.

Erik Buyst, hoogleraar economische geschiedenis, KU Leuven

Gelijkaardige ontwikkeling

Honderd jaar geleden misten de Belgische en Vlaamse economie de zogenaamde tweede industriële revolutie, gebaseerd op aardolie en de productie van elektrische toestellen. Tegenover het succesvolle Nederlandse Shell en Philips konden wij weinig in stelling brengen. België bleef vasthouden aan verouderde steenkoolmijnen en staalbedrijven. Vandaag zien we helaas een gelijkaardige economische ontwikkeling. Nederland staat aan de spits van de digitale revolutie met bedrijven zoals ASML, ASMI, Besi en Adyen.

Wat kunnen Vlaanderen/België daartegenover stellen? Sommigen verwijzen naar onze biotechnologie, maar voorlopig blijft het bij veel beloften en weinig commerciële doorbraken. In elk geval betalen we een prijs voor ons gebrek aan innovatiekracht. De gemiddelde levensstandaard, het bbp per hoofd van de bevolking, ligt in Nederland meer dan 10 procent hoger dan bij ons. Door een verouderende economische structuur dreigt die kloof de komende jaren alleen maar toe te nemen, met alle gevolgen van dien voor onze welvaart. Het Belgische relancebeleid zal dus veel meer moeten omvatten dan enkel cosmetische ingrepen.   

Vorig artikel
Volgend artikel