vermogensplanning
Finance

‘Als het op vermogensplanning aankomt, kun je België bijna een fiscaal paradijs noemen’

02.11.2022
door Fokus Online

Onze nalatenschap: we zijn er niet altijd graag mee bezig, omdat het ons rechtstreeks confronteert met onze eindigheid. En toch. Wie voldoende aandacht heeft voor vermogensplanning, kan niet alleen zichzelf, maar ook zijn nabestaanden heel wat ellende besparen én een mooie(re) toekomst garanderen. 

“Bij vermogensplanning zijn er twee belangrijke elementen”, legt Mark Delboo van DELBOO Advocaten uit. “Eerst ga je na wat je waarom aan wie wil geven, bij overlijden of nog tijdens je leven. En vervolgens wordt gekeken hoe die planning fiscaal geoptimaliseerd kan worden. Vaak is dat evident en wordt binnen een gezin alles onder de kinderen verdeeld. Maar even vaak ook niet, bijvoorbeeld wanneer je in een tweede huwelijk zit of kinderen uit een vorige relatie hebt. Bovendien is het mogelijk dat ouders in onmin leven met hun kinderen: dan komt de prioriteit te liggen op wie wat (niet) krijgt. Meestal ligt de prioriteit op het vermijden van belastingen – de 27 procent erfbelasting – wat in België trouwens relatief eenvoudig is.”

Het is dus belangrijk om bezig te zijn met vermogensplanning, maar bestaat er ook zoiets als een ideaal moment waarop je daarmee start? “Eigenlijk hangt alles af van je vermogen en de complexiteit daarvan, en niet zozeer van je leeftijd”, legt Delboo uit. “De regel is in elk geval: hoe meer je hebt, hoe vlugger je er idealiter mee start. Maar zonder te overdrijven, je moet er niet mee beginnen als gezonde veertiger. Het overgrote deel van de mensen sterft ook een aangekondigde dood: 96 procent bij de mannen en meer dan 99 procent bij de vrouwen. Tijd genoeg om iets te regelen dus. Dat kan in principe zelfs nog in de laatste minuut voor je overlijden, mét belastingvoordeel.”

De tarieven tussen erf- en schenkbelasting verschillen enorm: als je schenkt, betaal je veel minder.

Een belangrijke parameter is dat je voldoende overhoudt om comfortabel te kunnen leven. Op die manier vermijd je ook dat je bij leven te veel weggeeft en in een situatie terechtkomt waarbij je bij je kinderen moet aankloppen voor financiële steun, wat uiteraard niet de bedoeling kan zijn. “Enkele jaren terug was er een grote groep mensen die te snel te veel had weggegeven, toen opeens bleek dat de rentes op beleggingen te laag waren en het voorbehouden vruchtgebruik dus niet voldoende meer opbracht. Daarom wordt er de laatste jaren veel minder met vruchtgebruik gewerkt, en meer met een bepaald percentage van het vermogen dat jaarlijks kan worden teruggevraagd: geef je bijvoorbeeld 1 miljoen euro weg, dan zou je jaarlijks 30.000 euro kunnen terugvragen als een percentage van 3 procent is afgesproken.”

Een vermogen is niet iets statisch en vermogensplanning is bijgevolg een work in progress. Het is niet één keer alles regelen en klaar. “Bovendien verandert niet alleen de samenstelling van het vermogen, maar ook de thuissituatie – kinderen, kleinkinderen … – en de wetgeving”, duidt Mark Delboo. “Dat zijn verschillende parameters waarmee je rekening moet houden. Daarom, en nu gebruik ik even autotermen, adviseren wij jaarlijks een klein onderhoud en een groot onderhoud om de vijf jaar. En misschien nog wat sneller als er pakweg in de wetgeving iets spectaculairs gebeurt. Of in je leven, zoals bijvoorbeeld een scheiding of de dood van een kind.” 

Tot slot: we hoorden Delboo iets zeggen over gemakkelijk te vermijden erfbelastingen in België. Zijn we op dat vlak inderdaad een gunstig land? “Als het op vermogensplanning aankomt, kun je België bijna een fiscaal paradijs noemen”, beaamt hij. “De tarieven tussen erf- en schenkbelasting verschillen enorm: als je schenkt, betaal je veel minder. In Frankrijk zijn die tarieven bijvoorbeeld dezelfde, wat trouwens de reden is waarom veel vermogende Fransen naar België komen.”

Vorig artikel
Volgend artikel